‘Het Boek Henry’ door Hilary Mantel
Waarom nu een recensie over een boek dat in 2012 gepubliceerd is? Omdat het gaat om het 2e deel van een trilogie, waarvan het 3e deel een half jaar geleden is verschenen onder de titel De Spiegel en het Licht. Deze recensie en een eerdere over het 1e deel, Wolf Hall, dienen als geheugensteuntje om zo beter voorbereid het slotdeel te kunnen lezen. Het is evenwel ook mogelijk de drie delen afzonderlijk te lezen, want de belangrijkste gegevens worden in het kort in ieder volgend deel beschreven, maar dan mis je toch veel van de opbouw en samenhang.
Het Boek Henry is korter, compacter en leesbaarder dan het eerste deel Wolf Hall. Dat komt vooral omdat dit boek maar één thema heeft: de rol van Thomas Cromwell in de terechtstelling en onthoofding van Anne Boleyn, 2e vrouw van koning Henry VIII van Engeland.
Thomas Cromwell leefde van ± 1485 tot 1540 en klom pijlsnel op van straatjochie tot belangrijkste adviseur van kardinaal Wolsey en daarna van koning Henry VIII. Hij kreeg voor elkaar wat Wolsey niet lukte: de ongeldigverklaring van het huwelijk van Henry VIII en zijn vrouw Katharina van Aragon, zodat hij kon trouwen met Anne Boleyn. Daar was de RK Kerk het niet mee eens, dus ontstond een breuk met Rome. In diezelfde tijd begon Luther met zijn nieuwe geloofsleer. Drie geloven, Rooms Katholicisme, Lutheranisme en Anglicanisme (Church of England) lagen met elkaar in de clinch, maar zo lang je in Engeland geloofde wat de koning geloofde, ging je hoofd er niet af.
In Wolf Hall was het huwelijk tussen Henry VIII en Anne Boleyn al tot stand gekomen. In Het Boek Henry gaat het barstjes vertonen. Anna’s gedrag als pittige vrouw met een eigen mening trok Henry aan, maar paste niet bij zijn idee van een getrouwde vrouw. Toen ze hem ook nog eens geen zoon schonk, was het genoeg. Hij werd verliefd op hofdame Jane Seymour, dus moest Anne Boleyn eruit gewerkt worden. Daarvoor riep hij de hulp in van Thomas Cromwell.
In een grandioos verteld verhaal wordt duidelijk gemaakt hoe Cromwell dat aanpakte. Stapje voor stapje gaat hij mensen uithoren. Zijn ijzeren geheugen helpt hem allerlei uitspraken uit het verleden weer naar boven te laten komen die hij nu tegen mensen kan gebruiken. Hij gaat scrupuleus en niets ontziend door met zijn werk tot hij zijn doel bereikt. Drie adellijke heren en een luitspeler, maar ook Anne’s broer George, staan terecht voor seksuele betrekkingen met Anna en hoogverraad en worden gedood. Dan is Anne aan de beurt. Ze heeft geen schijn van kans en wordt zelfs beschuldigd van hekserij. Henry’s laatste gunst aan haar is dat ze met een zwaard onthoofd mag worden, wat sneller gaat dan met een bijl.
Cromwell lijkt emotieloos, maar geniet er toch van dat de meeste terechtgestelden diegenen zijn die voor de ondergang van kardinaal Wolsey hebben gezorgd. Dat heeft hij ze nooit vergeven, want Wolsey was als een vader voor hem. Ook dringt het besef steeds sterker tot hem door dat met het wegwerken van de Boleyns de bordjes verhangen zijn en zijn eigen positie kan gaan wankelen. Dat proces zal voortgezet worden in het 3e deel van de trilogie.
In dit 2e deel komt veel sterker naar voren dat Cromwell twee kanten heeft. Enerzijds is hij een niets ontziende man die over lijken gaat en alles doet om zijn eigen positie in stand te houden, en anderzijds is hij een uiterst beminnelijke man die veel voor de underdog doet, nooit kwaad wordt, geestig en intelligent is en vooral iemand die alle lagen van de maatschappij kent. Hij wil niets dan goeds voor de maatschappij, zoals de paapse schijnheiligheid uitbannen, zorgen voor een Bijbel in de volkstaal, de positie van de gewone man verbeteren en mensen beoordelen op hun merites i.p.v. hun stambomen. Hij kan dat alleen voor elkaar krijgen vanuit zijn hoogstaande functie, maar moet daarom in alle omstandigheden koning Henry te vriend houden. Ooit werd hem gezegd dat hij eens een boek zou moeten schrijven. Hij antwoordt dan: “Als ik een boek zou schrijven zou dat ‘Het boek Henry’ zijn: hoe je hem duidt, hoe je hem dient, hoe je hem het best bewaart.” Zo kan het dan gebeuren dat hij in Wolf Hall alles doet om Anne Boleyn op de troon te krijgen en in Het Boek Henry even hard werkt om haar er weer af te krijgen, want: de koning wil het. Tegelijkertijd kan hij wraak nemen op diegenen die zijn geliefde kardinaal Wolsey onderuit gehaald hebben. Voor Hilary Mantel moet het uitermate boeiend zijn geweest een man te beschrijven met zulke tegenstrijdigheden in zijn karakter.
Wat nu ook veel duidelijker wordt, is dat Hilary Mantel helemaal niet aan geschiedvervalsing doet, maar alles beschrijft door de ogen van Cromwell. In een interview zei ze ooit: “Elke keer benadruk ik dat ik de mening van Cromwell verkondig. En dan vragen ze naar wat ik zelf denk, maar een schrijver moet zijn of haar mening zo lang mogelijk uitstellen. Je moet ambivalent zijn en toestaan dat meerdere versies naast elkaar bestaan. Wanneer je iemand ontmoet in het dagelijkse leven en je vormt je een mening over die persoon, dan sluit je andere mogelijkheden af. Dit hele boek gaat over de onmogelijkheid een enkele absolute waarheid te kennen.’’
Het Boek Henry heeft niets van het chaotische draaikolkeffect van Wolf Hall. De personen komen je al veel bekender voor. Ook dit deel heeft prachtige beschrijvingen waarbij alle zintuigen aan bod komen en een hoger gehalte aan droge humor en ironie. Het merkwaardige 21e eeuwse gebruik van taal en manieren stoort al minder en heeft als voordeel dat de lezer midden in het heden van de gebeurtenissen blijft staan. De lezer, die thuis is in de geschiedenis, weet alles van te voren en wordt toch met de haren bij het verhaal gesleept.
Ook dit boek heeft de Booker Prize gekregen.
Uitgeverij Signatuur, 2012
Pagina’s 423
Vertaald uit het Engels door Ine Willems (Bring Up the Bodies)
ISBN 978 9056 724 535
Recensie door Janny Wildemast, januari 2021