‘Een beetje opstandigheid’ door Patricia Faasse
Johanna Westerdijk, de eerste vrouwelijk hoogleraar van Nederland
In 1917 werd de eerste vrouwelijke (buitengewoon-) hoogleraar benoemd aan de Universiteit van Utrecht. Zij gaf les in plantenziektes. In Amsterdam volgde in 1930 een tweede benoeming tot buitengewoon hoogleraar. In 1951 werd ze lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen en na de oorlog mocht ze na een onderzoek door de zuiveringscommissie nipt weer aan het werk aan de universiteit.
Haar naam was Johanna Westerdijk en dit waren hoogtepunten uit haar leven. Dat lezen we in de biografie die Patricia Faasse over haar schreef. Faasse stelt dat leven en werken bij Johanna Westerdijk samenvielen en we kunnen in de verantwoording lezen dat er niet veel materiaal over haar persoonlijk leven te vinden was. Het motto van mevrouw Westerdijk was: “werken en feesten vormt schoone geesten.”
Je hebt biografieën en biografieën. Dit is geen historische roman, en ook geen meeslepend verhaal. Patricia Faasse beperkt zich tot de feiten -dat zijn er heel veel- en staat zichzelf niet of nauwelijks toe die feiten te kleuren met mogelijke gedachtegangen over het beschrevene, beschouwingen over mogelijke motieven of speculaties over verliefdheden etc.. Het is een keuze die te respecteren valt en overigens ook wel bevalt. Het is fris. Als ik mag interpreteren en gissen, dan denk ik dat de keuze van Faasse gemotiveerd is door het gegeven dat er wel eerder over Johanna Westerdijk geschreven is, maar dan vooral over haar positie als vrouw en niet als wetenschapper. En dat voelt inderdaad niet eerlijk aan, want Johanna Westerdijk had een broertje dood aan genderverschillen en ging voor haar werk. Toch word ik na het lezen van dit boek nieuwsgierig naar meer. Want een heel mens was het, die Westerdijk.
Dat gezegd hebbende moet ik natuurlijk niet nalaten op te merken dat het een heel leesbaar boek is, en heel leerzaam. Ik wist bijvoorbeeld niet dat hele hordes Russische vrouwen in Zwitserland studeerden totdat de tsaar ze weer terugriep. Dat het in Zürich kort voor 1917 een dolle boel was.
Johanna Westerdijk komt als persoon goed uit de verf: het was een opmerkelijk mens, erg levenslustig, die leerde diplomatiek te worden. Terugkijkend heeft ze een aantal dingen tot stand gebracht met haar werk: 1. veel vrouwen zijn door haar gaan studeren en zijn zelfs gepromoveerd, 2. tijdens de oorlog heeft men door haar in Nederland penicilline tot medicijn kunnen verwerken, in de Gistfabriek te Delft, 3 veel meer, maar waar ik niet echt zicht op heb gekregen, ondanks deze biografie. Er wordt wel een glimp gegeven.
Het is een boek dat ik met plezier gelezen heb. En inderdaad ben ik met Patricia Faasse en Johanna Westerdijk tot de conclusie gekomen dat je alleen met lef in je donder verder komt in het leven. Een aanrader dus.
Uitgeverij Atlas Contact, 2012
Pagina’s 320
ISBN 978 9025 439 446
Recensie door Frederika de Jongh, september 2015