‘Een soort eelt’ door Rinske Bouwman
Rinske Bouwman is een Utrechtse theatermaker en schrijfster. Als Utrechtse vind ik dat natuurlijk interessant. En ja, Sarlag, de hoofdpersoon in dit verhaal, woont en studeert ook in Utrecht en heeft een baantje bij de Dirk in Utrecht-West. Rinske Bouwman schrijft het verhaal in korte hoofdstukken met een titel. Af en toe zijn er tussendoor gedichten van een pagina of twee, schuingedrukt, zonder titel, zonder nummering. Haar stijl is luchtig, en goed. Ze weet je mee te slepen in het leven van Sarlag.
Sarlag is opgegroeid in Mongolië. Haar ouders zijn Nederlanders die daar zijn gaan wonen toen Sarlag een paar jaar oud was. Ze spreekt met haar ouders Nederlands. Moeder oefent met haar de grammatica. Mongools leert ze op school en van het buitenspelen. Het hele verhaal is in de ik-vorm en Sarlag vertelt prachtig over vroeger thuis, de ger waarin ze woonden, haar ouders en broertje Yul, het landschap, de natuur, de mensen, het vee dat ze houden, en natuurlijk over de jak Batraa (op de omslag), haar lievelingsdier. Vader vertelt graag verhalen voor het slapen gaan. Ook Yul, die 8 jaar jonger is, houdt van deze volksverhalen. In een heel mooi hoofdstuk vertelt Sarlag over een gezinsvakantie aan het Witte Meer. Yul is dan 12 jaar en zijzelf dus 20. Op een dag gaan Yul en Sarlag samen te paard een tocht maken naar de vulkaan. Terwijl ze samen genieten van de prachtige natuur, van het samen paardrijden, komt het zo uit dat Yul deze keer een verhaal vertelt aan Sarlag (meestal is het andersom). Het gaat over een land met zeven zonnen. Een ridder wil wel zes zonnen afschieten, zodat het wat koeler wordt. Hij belooft de koning dat als het niet lukt, hij zijn duimen eraf zal hakken en in een hol zal gaan wonen. Vijf zonnen afschieten lukt, de zesde niet. De ridder houdt zich aan zijn woord, hij hakt zijn duimen eraf en gaat in een hol wonen. Yul zegt tenslotte: ‘Wie belooft er nou zoiets?’ En Sarlag antwoordt: ‘Ik zou het voor jou beloven’.
Je leest ook over haar leven hier, haar werk op de koel-vriesafdeling van de supermarkt, haar collega’s, haar medebewoners in het studentenhuis. Een van de collega’s is Kalle en die wordt haar vriend. De relatie kent ups en downs. Kalle voelt rouw bij Sarlag en wil daar over praten, maar Sarlag kan en wil dat niet. Ook als lezer weet je dat er blijkbaar iets vreselijks gebeurd is, maar pas halverwege het verhaal mag je weten wat dat is. Die stijlfiguur past helemaal bij het karakter van Sarlag. Het ontwijken, wegstoppen, geen weg weten met dat vreselijks, wordt er goed mee gesymboliseerd. Sarlag worstelt ermee. Een paar maanden na die mooie gezinsvakantie krijgen vader en Yul een auto-ongeluk waarbij Yul om het leven komt. Het is een trauma voor het hele gezin. Als Sarlag 26 is, besluit ze om naar Nederland te gaan. In de hoop dat dat een soort eelt op haar ziel zal geven? Ze krijgt in ieder geval een soort eelt op haar nagels, overal witte beharing, een bult op haar rug en nog veel meer. Ze vertelt het allemaal met veel fantasie, soms gecombineerd met juist veel exacte, concrete gegevens. Die combinatie kan grappig overkomen. Maar het is allemaal droevig. Pas toen ik het hele verhaal uitgelezen had, viel bij mij het kwartje. Dit is een volksverhaal! Een modern volksverhaal. Laat je verrassen en lees zelf hoe wonderbaarlijk het eindigt.
Uitgeverij Orlando, 2024
Pagina’s 190
ISBN 978 9083 335 704
Recensie door Vera Berendsen, juni 2024