‘Josepha Mendels’ door Sylvia Heimans

Sylvia Heimans-Je wist het tochHet eigenzinnige leven van een niet-nette dame.

Biografe Sylvia Heimans heeft een prachtig boek geschreven over het opmerkelijke leven van Josepha Mendels, de Nederlandse schrijfster die twee periodes – in de jaren ‘50 en in de jaren ‘80 – beroemd en bejubeld werd en literaire prijzen won, maar na beide periodes weer werd vergeten. Ze leefde bijna de hele 20e eeuw (1902-1995). Haar biografie geeft een persoonlijk beeld van de geschiedenis van de 20e eeuw, een geschiedenis die vooral vanwege de Tweede Wereldoorlog onontkoombaar was en die diepe sporen bij haar achterliet.
De biografie is zeer gedetailleerd, zonder dat de hoeveelheid informatie vervelend wordt. Biografe Sylvia Heimans geeft ruim aandacht aan de inhoud en de betekenis van de boeken van Josepha Mendels. Ze haalt de persoon en de schrijfster opnieuw uit de vergetelheid.

Schrijfster Josepha groeide op in een orthodox joods gezin in de stad Groningen, waar haar vader leraar was en haar moeder huisvrouw met personeel. Het gezin hield zich aan de 613 ge- en verboden van de joodse religie. De spijswetten zorgden in het leven van de jonge Josepha voor een leven van isolement. Verjaardagsfeestjes van vriendinnetjes of andere feestelijkheden buiten het eigen gezin kon ze niet bijwonen, omdat er niets was wat ze mocht eten. De Sabbat, van vrijdagavond na zonsondergang tot en met zaterdagavond na het avondeten en het avondgebed, was in het Joodse gezin gewijd aan rituelen en synagogebezoek. Ze was joods in een christelijke omgeving. In Groningen woonden in de eerste twee decades van de 20e eeuw niet veel Joodse mensen en de meeste Joodse mensen die er woonden waren niet van het milieu van de familie Mendels. Josepha had twee oudere zusjes, en haar vader hoopte bij haar geboorte op een zoon. Toen hij weer een dochter kreeg was hij diep teleurgesteld. Moeder kreeg acuut een zenuwinzinking en verdween voor een paar maanden in een rustoord. In haar verhalenbundel Welkom in dit leven (1981) is de beroemde eerste zin:“Mijn nulde verjaardag was heus geen pretje.”

Josepha (als zoon zou ze Joseph hebben geheten) werd een kind dat zichzelf moest vermaken en oplossingen moest vinden voor haar eenzaamheid. Ze was fantasierijk en verzon een kameraadje om aanspraak te hebben. Toen ze acht jaar was, schreef ze haar eerste verhaal. Vanaf die tijd wilde ze per se schrijfster worden. Hierover schrijft ze in Rolien en Ralien (uitgegeven in 1947), waar een Ralien, die boekentaal spreekt, zich uitdrukt in de derde persoon en in de verleden tijd, het bozige alter ego is van een Rolien, het personage dat op de manifeste Josepha lijkt. Josepha was haar tijd vooruit. Ze beschreef al voor de oorlog een deelpersoonlijkheid of subpersoon, een fenomeen dat pas in de Gestaltpsychologie (1951, boek Gestalttherapy van de Amerikaanse psychiater Frederik Perls) ingang vond.

Na haar opleidingen, o.a. tot onderwijzeres, werd ze in 1922 kinderjuffrouw in het geassimileerd Joodse gezin van Maurits Rozelaar, die met zijn vrouw en twee kinderen in Overveen woonde. Joods zijn zonder benauwende regels paste Josepha. Met Maurits krijgt ze een relatie die tot zijn scheiding leidde. In haar roman Heimwee naar Haarlem (1958) gebruikt ze haar eigen ervaringen als kinderjuffrouw en haar relatie als uitgangspunten. Na de scheiding vroeg Maurits Josepha ten huwelijk. Ze zei nee omdat ze het huwelijk als een gevangenis zag: ‘Je bent gevangen en je wordt gecommandeerd. Een belachelijk instituut, verouderd, vervelend.’ Dat was zeer onconventioneel gedrag ten aanzien van instituut huwelijk in het midden van de dertiger jaren. Josepha zou nooit trouwen. Wel zou zij haar hele leven contact met hem houden, seksueel en financieel.

Haar vader stierf in 1928. Over zijn huwelijk met haar moeder Emma schreef Josepha Als Wind en Rook (1950). Vanuit het perspectief van de moeder (in het boek Elisa genaamd), die haar leven van onmacht en toewijding in de roman weet om te buigen naar vrijheid en haar eigen weg gaan. Schrijnend is de werkelijkheid die voor moeder Emma leidde naar haar dood in een concentratiekamp.

In 1926 werd Josepha in Den Haag leidster van het Zwaluwnest, een opvanghuis van de Joodsche Vrouwenraad voor Joodse meisjes, om hen de Joodse tradities en de deugden bij te brengen. Ze gedijde goed in deze functie; met haar creativiteit en kinderlijk enthousiasme runde ze tien jaar met succes deze plek, die voor veel arme en niet ontwikkelde Joodse meisjes het begin werd van een beter leven. Ze vermeed orthodoxie; het werden lessen in maatschappelijk welzijn en gezelligheid. Zij ontmoette er haar vriendin voor het leven Berthe Edersheim.

Ze wilde nog altijd schrijven en in 1936 vertrok ze met een perskaart van het Kamper Nieuwsblad als journaliste naar Parijs. Hier was ze niet joods: ‘Ze hebben hier allemaal zo’n scheve rotneus als ik.’ Ze had weinig geld, want er werd nauwelijks iets van haar in de Nederlandse kranten geplaatst. Een baantje als gids bij de Wereldtentoonstelling die in 1937 in Parijs werd gehouden, was het begin van haar succes in de journalistiek.
Op grond van haar visum kon ze een keer per drie maanden naar Nederland. Ze bezocht haar familie in februari 1940. Ze werd door allen uitgeleide gedaan. Dat was de laatste keer dat ze haar familie zag.

De oorlog maakte haar weer Joods. Toen ook alle buitenlandse Joden weggevoerd zouden worden, vluchtte ze najaar 1942 naar het zuiden van Frankrijk. En vandaar verder over de Pyreneeën naar Spanje, waar ze in de gevangenis terechtkwam. Een traumatische tocht vol angst, verlatenheid en geschonden vertrouwen. Door tussenkomst van een contact van de ambassade werd ze overgebracht naar Madrid, daarna naar Lissabon voor de oversteek naar Engeland. In Londen kon men voor de Radioluisterdienst van Radio Oranje, spreekbuis voor Koningin Wilhelmina en van de Nederlandse regering in ballingschap, veel journalisten gebruiken. Ze ontmoette in Londen Sadi de Gorter, een Joodse man van dertig jaar, die voor de Franse afdeling werkte. Hij was uit Parijs afkomstig, en had een vrouw en een dochtertje. Ze kregen een verhouding, waarbij ze beiden wisten dat die van tijdelijke aard zou zijn. Hij was haar grote liefde die tot haar dood duurde. In Je wist het toch beschrijft ze de relatie van een man en een vrouw, Engelandvaarders tijdens de oorlogsjaren in Londen, die overeenkomsten heeft met haar relatie met Sadi.

De hele oorlog had Josepha zich zorgen gemaakt om het lot van haar moeder en zussen. Na de oorlog bleek dat ze allemaal, net als veel andere familieleden, vermoord waren door de Duitsers. Een onbeschrijfelijke leegte kenmerkte die eerste jaren na de oorlog. Ze voerde met Maurits een jarenlang gevecht om teruggave van de bezittingen van de familie. In Je wist het toch staat een beschrijving van de melancholie die ze hierover voelde. Melancholie, geen rouw, daar begon ze niet aan.

Na de oorlog gingen Sadi en Josepha beiden naar Parijs terug en zetten hun relatie -in het geheim- voort. Zij wilde graag een kind om de eenzaamheid te bestrijden en haar naam door te geven. In 1948, als ze 46 jaar is, blijkt ze zwanger. Ze was een ‘bom-moeder’ avant la lettre. Ze had weinig geld en woonde op een kamer. Ze liet haar zoontje Riclau twee jaar verzorgen in een pleeggezin, en pas toen ze eindelijk genoeg geld had voor een eigen huis nam ze hem mee naar huis in Parijs, waar ze bijna de rest van haar leven bleef wonen.

Uitgeverij Querido gaf haar eerste boek Rolien en Ralien uit in 1947 en het werd meteen een succes. Een jaar later verscheen Je wist het toch (1948) en in 1950 Als wind en rook. Ze kreeg veel opdrachten voor artikelen en werd van een aantal bladen vaste correspondente. Ze was bekend en beroemd. In 1950 won ze de Vijverbergprijs. Het was een eerbetoon, maar ze voelde zich eenzaam omdat niemand van haar familie bij de prijsuitreiking was.
Heimwee naar Haarlem over haar relatie met Maurits verscheen (1958). In 1970 verscheen De speeltuin, over een Rolien op leeftijd.
Haar grootste bekendheid was voorbij.

Door een biografie over het leven van schrijfster Anna Blaman, waaruit bleek dat Anna Blaman samen met Josepha Mendels aan een roman was begonnen, kwam uitgever Laurens van Krevelen van Meulenhoff, eind jaren ’70 in het tijdperk van de Tweede Feministische Golf, Josepha opzoeken in Parijs. Hij vond haar grappig, fris, niet in te delen bij een of andere groep. Ze had een afwijkende visie op het feminisme, maar leefde wel als feministe. Ongetrouwd, bom-moeder, had meerdere relaties -serieel, soms polygaam- en woonde sinds 1958 samen met een vrouw, Berthe Edersheim. “De maatschappij schrijft mij niets voor. Ik doe alleen waar ik zin in heb. Ik zal sterven als een niet-nette dame.”
Meulenhoff gaf opnieuw Wind en Rook uit, vergezeld van een monografie over haar door Max Nord. Grote interviews met haar verschenen in alle tijdschriften en kranten. Ze was regelmatig te zien op TV, werd vaak op de radio geïnterviewd. Ze was gevat, humoristisch en grillig. In 1982 werd ze Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Ze kreeg als eerste de Anna Bijns Prijs, ‘de literaire prijs voor de vrouwelijke stem in de literatuur.’
Wanneer er een Lieve Heer bestaat moet er toch ook een Lieve Dame zijn.” De bundel Joelika (1986) ging over ouder worden, God en sterven (1986). Hierna werd het stiller om haar heen. Publiciteit en bekendheid namen weer af. Meulenhoff bleef nog werk publiceren, vooral in verzamelbundels, zoals in 1985 Spel is het leven en in 1988 Alle verhalen.

In de jaren ’90 hield ze zich bezig met ‘het terugvinden van haar Joodse ziel.
Met haar zoon, haar schoondochter en haar kleinzoon ging ze naar Israel, maar ze vond er niet wat ze zocht. Ze voelde zich haar hele leven Joods, al deed ze er na haar jeugd niets mee. Ze werd in de oorlog als Joodse bestempeld en na de oorlog gediscrimineerd. Ze verloor haar familie en vocht voor de teruggave van hun bezittingen.
Berthe overleed in 1993 en Sadi in 1994. Josepha stierf in 1995. Ze maakte dat alles niet meer bewust mee. Dat leek nog het meest op wat ze wilde, namelijk omgekeerd leven: “Geboren worden als oudere, langzaam terugleven en uiteindelijk verdwijnen in de baarmoeder.”

De meeste van Josepha Mendels’ romans en verhalen zijn goed geschreven en nog steeds origineel. Ik las haar boeken in de 80-er jaren en ben sommige passages nooit vergeten. Ik heb ze nu allemaal herlezen. Het was een bijzondere ervaring om me een paar weken in het werk van Josepha Mendels te verdiepen. Met dank aan biografe Sylvia Heimans, die de biografie met liefde schreef. Ik las de biografie twee keer. Bij de tweede keer onderbrak ik het lezen, zodra er een boek werd genoemd, en (her)las dat. Duidelijk werd wat fictie en wat non-fictie was in het werk van Josepha Mendels. Sommige romans en verhalen werden daar beslist nog boeiender van.

Uitgeverij Cossee heeft naast deze biografie de roman Je wist het toch, over de oorlogsjaren in Londen, opnieuw uitgegeven. Bijzonder prettig voor wie nu kennis wil maken met het werk van deze schrijfster.
De biografie en Je wist het toch zijn in de vrouwenbibliotheek aanwezig om geleend te worden.

Uitgeverij                Cossee Amsterdam, mei 2016
Pagina’s                   348
ISBN                        978 9059 366 572.

Je wist het toch      oorspronkelijk uit 1948
Pagina’s                   224
ISBN                         978 9059 366 558

Recensie door Hannah Kuipers, juli 2016

 




Juni (openings)nieuws

Beste leensters en andere belangstellenden,

Afgelopen maand heeft de Surinaamse schrijfster Astrid Roemer de P.C. Hooftprijs in ontvangst genomen voor haar hele proza-oeuvre. Het was aanleiding voor de meeste zich literair respecterende media om haar te interviewen en iets over haar te schrijven. Ze had zich al langere tijd teruggetrokken, stond weinig meer in de literaire belangstelling en publiceerde slechts af en toe.
Unknown-1Twee artikelen zijn mij opgevallen: een interview door Annemarie van Niekerk, hieronder in de link, en De pen is opgedroogd in Suriname in Trouw over de literatuur in het hedendaagse Suriname, waar nog maar weinig lezers en schrijvers zijn. Tijdens de onafhankelijkheidsstrijd in de jaren 60-70 drukte de literaire wereld een groot stempel op de ontwikkeling in de toenmalige Nederlandse kolonie. Toen Suriname eenmaal onafhankelijk was, vertrok niet alleen Astrid Roemer naar Nederland, maar ook andere schrijvers als Karin Amatmoekrim, Chitra Gajadin en Joanna Werners. Inmiddels keert ook een aantal terug, o.a. essayiste en dichteres Karin Lachmissing die in 2013 debuteerde met de bundel Nergens groeit een boom die haar aarde niet vindt. Zij noemt angst een van de belangrijkste redenen voor de situatie in de Surinaamse literatuur, m.n. angst voor conflicten. Je moet als Surinamer vooral onvoorwaardelijk achter je land staan. “Daar zouden we los van moeten komen”, zegt ze. Een andere nieuwe schrijversnaam is Iraida van Dijk-Ooft, die in september debuteerde met de roman Geen weg terug. Illustratief vertelt ze dat er een half jaar later nog geen enkele recensie is verschenen en geen boekwinkel in Paramaribo het boek verkoopt, terwijl ze zelf na negenmaal herschrijven tevreden is met haar debuut. Het zal de tijdgeest zijn, zegt ze, de sfeer van economische crisis, vriendjespolitiek en een te snelle tevredenheid als verdediging tegen het gebrek aan zelfvertrouwen.
Surinaamse schrijfsters die ik nog graag onder de aandacht wil brengen zijn Cynthia McLeod, Ellen Ombre, en Bea Vianen.

Dit voorjaar zijn van Astrid Roemer een aantal herdrukkenLiefde in tijden van gebrek _ Astrid Roemer uitgekomen, omdat er niets meer in druk was. Daarnaast was nieuw het 2e deel van haar autobiografie, Liefde in tijden van gebrekeen verslag over de periode dat zij zich had teruggetrokken. Ze schrijft over haar verontwaardiging, haar levenspijn bij de worsteling met een wereld die maar niet wil leren van de geschiedenis en blijft vervallen in herhaling van het kwaad, haar gehechtheid aan landen waar ze komt, haar vrienden en familie en ook over de liefde voor het schrijverschap, de taal en de muziek.
Artikelen: http://www.leesliter.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=708%3Aannemarie-van-niekerk-in-gesprek-met-astrid-h-roemer&catid=66%3Ainterviews&Itemid=213
en http://www.trouw.nl/tr/nl/5009/Archief/archief/article/detail/4302629/2016/05/18/De-pen-is-opgedroogd-in-Suriname.dhtml

Juni is elk jaar de maand van het festival van Poetry International en van de thrillers, een combinatie van tegenstellingen in de literaire wereld.

 47e Poetry International FestivalVan 7 t/m 11 juni wordt in Rotterdam het 47e Poetry International Festival georganiseerd. Dit jaar zal een groot deel zich afspelen in het Ro Theater en rondom de Witte de Withstraat, waar verrassende en uitdagende dichters uit binnen- en buitenland in veel verschillende talen zullen vertellen, voordragen, vertalen etc. Er staan veel vrouwen op de lijst: Laura Accerboni, Aase Berg, Anneke Brassinga, Sonja vom Brocke, Esther Kinsky, Ruth Lasters, Sinéad Morrissey, Barbara Pogacnik, Lisa Robertson, Ann Vickers en Anne Vegter.
Het festivalthema dit jaar is Newspeak. Hoe gaan dichters om met allerlei nieuwe taalvormen? Met nieuwe taal die ontstaat door vermenging van talen en culturen in grote steden en op internet? Met slang en de vele citaten op sociale media? Met de ideologische en vervuilde taal van de politiek, reclame en journalistiek?
Op 9 juni zal de jaarlijkse C. Buddingh’-prijs uitgereikt worden voor het beste poëziedebuut van het jaar. Genomineerde vrouwen zijn Sebastiene Postma met Trappen en Marieke Rijneveld met Kalfsvlies.
Meer info: http://www.poetryinternationalweb.net/pi/site4/festival/index/nl

 De maand van het spannende boek is dit jaar verkort  spannende boeken wekentot twee weken, van 3 t/m 19 juni. De achtergrond ervan is dat een maand lang spanning en thrillers als thema vasthouden, ondanks de populariteit ervan, voor boekverkopers te veel van het goede is. Bloed in de polder is het thema dit jaar, ofwel de Hollandse thriller. Nederland zal de plaats delict zijn. Dat kan een mooie inkijk opleveren in onze eigen samenleving, voor en achter de voordeur. En het kan een heel andere blik werpen op onze Hollandse gezelligheid en tolerantie.
Meer info: http://www.spannendeboekenweken.nl/

Nederland is, vergeleken bij bijvoorbeeld Scandinavië, niet erg bekend om zijn thriller-schrijven. Toch zijn er heel wat zo genoemde ‘zusters in het kwaad’ als Esther Verhoef, Marion Pauw, Saskia Noort en Simone van der Vlugt, schrijfsters die meestal wel bekend zijn. Afgelopen twee jaar heeft Hannah Kuipers voor de vrouwenbibliotheek recensies geschreven van ’de betere thriller’. Zij zocht naar schrijfsters die niet alleen een spannende boek met een kloppend plot schrijven, maar ook “met meerdere verhaallijnen, met levensechte personages die zich binnen het verhaal ontwikkelen, met onderwerpen van algemeen maatschappelijke waarde en met algemeen menselijke problemen, in een goede stijl en met goed taalgebruik. Krenten uit de thrillerpap.”  Zij was enthousiast over juist heel andere en veel minder bekende schrijfsters als Isa Maron, Jessica Lutz en Violet Leroy. Over hen alle drie heeft ze recensies geschreven, die op onze website te vinden zijn. Van harte aanbevolen.

Weer (te?) veel onlangs uitgebrachte titels:
Wie vlucht en wie blijft - Elena Ferrante– Van de Italiaanse Elena Ferrante is het 3e deel van haar vierluik Napolitaanse romans uitgekomen. In Wie vlucht en wie blijft  zijn de twee meisjes volwassen vrouwen, afkomstig uit een vergelijkbaar sociaal milieu, maar ze leven in heel verschillende omstandigheden. Wat overeenkomt is dat beide vrouwen vechten tegen wat van hen wordt verwacht: berusting in moederschap, onwetendheid en onderwerping. Elena Ferrante, die haar echte identiteit bewust geheim houdt, wordt door velen de hemel in geprezen voor haar prachtige romans over het vrouwelijk bestaan, en over vriendschap en rivaliteit. Een recensie van deel 1 staat op onze website, van deel 2 is die in de maak. http://vrouwenbibliotheek.nl/2014/03/01/de-geniale-vriendin-door-elena-ferrante/
-Josepha Mendels . Het eigenzinnige leven van een niet-nette dame is Sylvia Heimans-Je wist het tocheen nieuwe biografie geschrevens door Sylvia Heimans over schrijfster Josepha Mendels (1902-1995). Ze werd schrijfster nadat ze (als Joodse) na de oorlog terugkwam uit Engeland, waar ze via allerlei (gevaarlijke) omwegen terecht was gekomen. Ze had een groot verlangen naar vrijheid en ongebondenheid, verwerkte dat in haar romans en leefde het daarnaast ten volle uit, ze was bijvoorbeeld een van de eerste bewust ongehuwde moeders (BOM). In 1947 debuteerde ze met Rolien en Ralien, een verhaal over de ontluikende lesbische gevoelens van een jong meisje, onbevangen en delicaat verwoord beschreven. De biografie verschijnt tegelijk met een herdruk van Je wist het toch  een roman over een bijzondere liefde in oorlogstijd in London. Zie ook verderop bij de Schwob leesclub.
Winter-IJsland - Laura Broekhuysen–  Winter-IJsland van Laura Broekhuysen, met de ondertitel: Mijn eerste jaar in een verlaten fjord. Het zijn poëtische schetsen over het leven in IJsland nadat ze met haar man naar zijn geboorteland emigreerde. Ze kochten er een huis aan een eenzame baai, met vier hectaren onontgonnen grond.
– Ik heet Lucy Barton van de Amerikaanse Ik heet Lucy Barton- Elizabeth StroutElizabeth Strout gaat over de vaak zeer ambivalente en kwetsbare relatie, die tussen moeder en dochter. Lucy Barton is langzaam aan het herstellen van wat een simpele operatie had moeten zijn. Haar moeder, met wie ze in jaren niet gesproken heeft, komt op ziekenbezoek.
Haar goede hand - Marion Bloem– In Haar goede hand schrijft ook Marion Bloem over de gecompliceerde haat-liefde relatie tussen zichzelf en haar moeder. Moeder heeft geheugenproblemen en daarom heeft ze de zorg voor haar op zich genomen. Moeder had een moeilijke jeugd, met een jappenkampverleden en de revolutietijd waarin ze veel van haar meisjesdromen heeft moeten opgeven.
– Met De barones schreef Janny de Heer De barones - Janny de Heer een biografische roman over Mijnsje Bezemer, een NSB-kind dat na de oorlog probeerde iets te bereiken in de maatschappij, maar werd eerst door haar gefrustreerde moeder, later door haar manipulerende en tirannieke echtgenoot tegengewerkt.
Karateslag - Dorthe Nors– De Deense Dorthe Nors (1970) brak internationaal door met de nu vertaalde verhalenbundel KarateslagZe beschrijft alledaagse levens die een onverwachte wending nemen, en ontleedt het absurde in de menselijke geest. De bundel bevat ook de poëtische novelle Minna zoekt oefenruimte.Het geluk van de wijngaard - Maria Dueñas
– Het geluk van de wijngaard van de Spaanse Maria Dueñas gaat over een vrouw in de koloniale tijd. Zij leert een schatrijke en weer arm geworden man waar het in het leven om gaat. Het verhaal gaat van de jonge republiek Mexico naar het prachtige koloniale Rachels verzet - Julie ThomasHavana, en van West-Indië naar Andalusië.
– In Rachels verzet van de Nieuw-Zeelandse Julie Thomas staat een jonge vrouw vlak voor de Tweede Wereldoorlog haar baby af. Het boek onthult meer van de schrijnende geschiedenis van de familie Horowitz. Het is een apart te lezen vervolg op De jongen, de viool en de meester.

 

En er waren meerdere debuten afgelopen maand:
De bushsoldaat– Edith Tulp richtte in 2008 richt de FairPen Foundation in Oeganda op. In De bushsoldaat controleren twee vrienden, een Nederlander en een Oegandees de door Nederland gesubsidieerde ontwikkelingsprojecten in het Afrikaanse land en registreren elke onregelmatigheid. De vriendschap echter komt zwaar onder de druk te staan als een voormalig kindsoldaat in aanraking komt met Amerikaanse evangelisten die hem ervan overtuigen de ‘zieke ideologie’ van de homoseksualiteit te bestrijden.
De plantrekkers -heleen debruyne– De plantrekkers van Heleen Debruyne is een tragikomische roman, waarin verschillende mensen en nationaliteiten samenkomen in een Vlaams provinciestadje met een overschot aan verkeersdrempels. Er ontstaan grote problemen in kleine ruimtes, waarbij het grootste probleem de zelfbegoocheling van de mens is.
-In Winternabijheid van Mirna Funk vertegenwoordigt Lola de stem van een jonge Joodse generatie en ze vertelt over het leven tussen Berlijn en Tel Aviv, tussen feesten en de oorlog in Gaza. Een emotionele, hedendaagse roman vol tegenstrijdigheden, angsten en vreugde, en tegelijk een zeer actueel en politiek boek.
– Niemand is verloren van de Amerikaanse Niemand is verloren - Catherine Lacey Catherine Lacey sloeg in Amerika in als een bom en werd daar beschouwd als een van de beste boeken van het jaar. De jonge vrouw Elyria besluit op een dag om zonder iemand iets te vertellen een enkele reis naar Nieuw-Zeeland te boeken en daarmee haar man, haar werk en het hele New Yorkse leven achter Dinsdagnachten in 1980 - Molly Prentisszich te laten. Kan iemand verloren zijn?
– In Dinsdagnachten in 1980 van de eveneens Amerikaanse Molly Prentiss herleven de jaren 80 in New York. Binnen de loop van een jaar zullen de levens van drie mensen (een recensent, een schilder en een muze) dramatisch veranderen, als het lot hen dwingt hun relatie tot elkaar en de kunst opnieuw te definiëren. “Je krijgt zin om in het vliegtuig te stappen”, las ik in een recensie.

 

Activiteiten in Utrecht en daarbuiten
Op 4 en 5 juni organiseert Salon Saffier een voorstelling Emily Dickinsonover het leven en werk van de Amerikaanse dichteres Emily Dickinson (1830-1886). Het is een ode samengesteld aan de hand van haar gedichten, brieven en biografische gegevens. De titel Teruggeroepen is ontleend aan een kort briefje dat ze schreef aan haar lievelingsnichtjes, Called back. Dood en eeuwigheid zijn haar voornaamste onderwerpen, maar ook lof op de natuur en de liefde. Haar gedachten en vergelijkingen zijn origineel en tijdloos, en daardoor ook nu nog actueel en oorspronkelijk. In de voorstelling zullen gedichten en briefteksten afgewisseld worden met ‘Lieder ohne Worte’ van Felix Mendelssohn. Zie ook vorige nieuwsbrief.
Meer info: http://www.salonsaffier.nl/Programma+informatie.php?id=247&nav=2
schwob– De eerste editie van het Schwob-leesclubfestival afgelopen januari was geslaagd. Op 19 juni volgt in Utrecht een tweede, en na de zomer doen ook Maastricht en Groningen mee. Op 8 verschillende locaties zullen leesclub-bijeenkomsten plaatsvinden, waar 8 verschillende mooie maar vergeten klassiekers besproken zullen worden. Het zijn moderne klassiekers uit de 20e eeuw, die om verschillende redenen nooit eerder in het Nederlands zijn verschenen, of al lang niet meer verkrijgbaar waren, o.a Je wist het toch van Josepha Mendels, De ontdekking van de wereld van Clarice Lispector en Kind van alle landen van Irmgard Keun. Meer info: http://www.hetliteratuurhuis.nl/agenda/797/
– Op 22 juni organiseert Savannah Bay het jaarlijkseUit de boekenkast - Andreas burinnen Uit de boekenkast, als onderdeel van het Midzomergracht festival. Drie talentvolle jonge schrijfsters (Hanna Bervoets, Niña Polak en Maartje Wortel) gaan met elkaar in gesprek over hun eigen werk, en over dat van Andreas Burnier. Wat kan Andreas Burnier betekenen voor de huidige generatie schrijvers? Ook Andreas Burnier-biografe Elisabeth Lockhorn praat mee.
Meer info: http://www.savannahbay.nl/index.php?agenda_id=289&pageid=7
– Een tweetal lezingen van de Vrije Academie: op 24 juni houdt Karin Braamhorst een lezing over Catharina de Grote - de HermitageCatharina de Grote ‘Europa’s grootste keizerin. Ze werd als 14-jarige Duitse prinses uitgehuwelijkt aan tsaar Peter III die ze met een coup na een half jaar tsarentroon aan de kant zette. Ze was een verlicht despote die veel hervormingen tot stand bracht en ook een groot kunstliefhebster. De lezing hoort bij een grote tentoonstelling over haar levensverhaal in de Hermitage Amsterdam (vanaf 18 juni). Op 11 juni is er in Hilversum weer een lezing over vrouwelijke filosofen door Frederique Petit.
Meer info: https://www.vrijeacademie.nl/5649/uitgebreid-zoeken/lezing-catharina-de-grote/?utm_source=clang&utm_content=656950-443140&utm_medium=email&utm_campaign=06.023+29-05-2016+zo
en: https://www.vrijeacademie.nl/4234/uitgebreid-zoeken/studiedag-grote-vrouwelijke-filosofen/?utm_source=clang&utm_content=656950-443140&utm_medium=email&utm_campaign=06.023+29-05-2016+zo
– Op 29 juni is er op de luchtplaats van de voormaligeDe gevangenismonologen gevangenis aan het Wolvenplein (Utrecht) een literaire voorstelling over het gevangenisleven, De gevangenismonologen. Schrijfsters Christine Otten en Manon Uphoff hebben verhalen van ex-gevangenen omgewerkt tot monologen. Ze geven een blik in een wereld die de meesten van ons niet kennen, met verhalen die doorgaans verborgen blijven. Met poëzievoordrachten, o.a. van Ester Naomi Perquin, en de mogelijkheid tot vragen stellen aan ex-gevangenen.
Meer info: http://www.hetliteratuurhuis.nl/agenda/795/
Lucinda Childs - Introdans– Ook op 29 juni eert Introdans in de stadsschouwburg van Utrecht de choreografe Lucinda Childs. Ze staat bekend als een van de grand old ladies van de moderne dans en onderscheidt zich met een bewegingsstijl die geheel eigen is: altijd abstract, bijna mathematisch en – ook door de eigen manier waarop ze de muziek gebruikt – erg moeilijk om te dansen. Een aantal van haar ‘mooiste parels’ zullen worden uitgevoerd.
Meer info: https://www.stadsschouwburg-utrecht.nl/programma/?maand=2016-06&p=3#modal=/programma/5396/Introdans/End_of_Season_Leve_Lucinda/
– Nog slechts t/m 5 juni is er in de Kunsthal in Rotterdam Sara Swart: Fatale kunsteen tentoonstelling over de relatief onbekende Sara Swart: Fatale kunst. Aan de hand van schilderijen en beelden zowel uit haar collectie van andere kunstenaars als uit haar eigen werk wordt een beeld van haar wereld geschetst. Haar belangstelling ging uit naar alle mogelijke kunstdisciplines en ze werd ‘muze van de tachtigers’ genoemd door haar vriendschap met vele kunstenaars die zij ondersteunde.
Meer info: http://www.kunsthal.nl/nl/tentoonstellingen/fatale-kunst/

Bibliotheek-nieuws
– In september zal het nieuwe seizoen beginnen van de leesgroep en van de poëziegroep. De definitieve plannen zullen in de volgende brief bekend zijn.
Zoals het er nu naar uitziet, zijn beide groepen behoorlijk vol, en is er nauwelijks/geen plaats voor ‘instromers’. Maar, we kunnen wel nieuwe groepen starten. De huidige leesgroep is op vrijdagmiddag, een (donderdag?)avondgroep zou een goede mogelijkheid kunnen zijn. De poëziegroep is op woensdagavond, een middaggroep zou daar een aanvulling kunnen zijn. Als je belangstelling hebt om deel te nemen aan een nieuwe lees- of poëziegroep, wil je dat dan laten weten via info@vrouwenbibliotheek.nl
– Het catalogiseren op de vrijdag wordt nog steeds vervolgd. Dat betekent dat de bibliotheek voorlopig regelmatig op vrijdagmiddag open zal zijn. Voor de meest recente informatie hierover de kalender op onze website: http://vrouwenbibliotheek.nl/kalender/

Nieuwe boeken in de bibliotheek 
De gelukkigen van Kristine Bilkau, Overal vogelzang van Evie Wyld

Nieuwe recensies van deze maand als link bijgevoegd  
http://vrouwenbibliotheek.nl/2016/05/17/de-hemel-boven-parijs-door-bregje-hofstede/
http://vrouwenbibliotheek.nl/2016/05/21/de-komst-van-de-wolven-door-sarah-hall/
http://vrouwenbibliotheek.nl/2016/05/09/alles-verandert-door-kristien-hemmerechts/
http://vrouwenbibliotheek.nl/2016/05/26/naar-het-licht-door-elina-hirvonen/

De leenbijdrage voor 2016 is opnieuw vastgesteld op € 25,-. Je kunt hiervoor onbeperkt boeken lenen en/of vriendin/vriend van de bibliotheek zijn. Iedereen die boeken leent en/of wil gaan lenen wordt vriendelijk verzocht dit bedrag over te maken op banknummer NL71 INGB 0009 2669 95 ten name van Stichting Es Scent ovv naam en ‘leenbijdrage 2016‘. Eenmalig een boek lenen kan ook. De bijdrage hiervoor is € 1,- per boek.

Op www.vrouwenbibliotheek.nl is meer informatie over de bibliotheek te vinden, de nieuwsbrief is ook te lezen via onze website.
Naast de aangekondigde openingstijden blijft het altijd mogelijk om op afspraak een bezoek te brengen aan de bibliotheek.
U bent van harte welkom.

Marjolein Datema                     Utrecht,  30 mei 201