‘Pluche’ door Femke Halsema

Ondanks dat Femke Halsema een alom bekende naam is onder de Nederlandse politica’s, brengt ze met deze politieke memoires een verrassend scherpe en beeldende bijdrage van de turbulente tijd dat ze als Tweede Kamerlid voor GroenLinks in de kamer zat. GroenLinks ontstond uit een samenvoeging van een aantal linke partijen zoals de EVP (Evangelische Volkspartij), de PPR (Politieke Partij Radicalen), de PSP (Pacifistisch Socialistische Partij) en de CPN (Communistische Partij van Nederland). Ze nam het fractievoorzitterschap over van Paul Rosenmöller in 2002, waarvan ze zelf schrijft dat het iets was wat op haar pad kwam. Femke Halsema kwam niet voort uit een van deze zogenaamde ‘bloedgroepen’, wat haar tijd bij GroenLinks er niet gemakkelijker op maakte. Daarnaast was ze destijds ook de enige vrouwelijke fractievoorzitter, wat aanzienlijke invloed heeft gehad op haar carrière in de Tweede Kamer

Femke schrijft uitgebreid over de politieke conflicten die destijds in de kamer voorbij kwamen, waarvan er een heel aantal ook intern bij GroenLinks speelde.
In het begin loopt het allemaal nog niet vlekkeloos, ze loopt geregeld tegen de lamp en kan ze haar draai nog niet helemaal vinden, zowel binnen haar eigen partij als binnen de Tweede Kamer. Femke staat bekend om haar ‘politiek van hoop’ en probeert ook altijd dit optimisme mee te nemen en door te voeren in haar dagelijkse politieke strijd. Dit optimisme maakte Femke soms kwetsbaar, waar de andere fractievoorzitters of partijleden wel eens gebruik van wisten te maken.

In Pluche vertelt Femke op een duidelijke manier waarom ze, soms controversiële, besluiten nam en legt ze verantwoordelijkheid af voor haar woorden en haar daden. Verfrissend is hoe ze haar fouten openlijk toegeeft. Ze beschrijft twijfels, laat de lezer zijn of haar eigen mening vormen over conflicten en laat duidelijk merken dat ze het zelf ook niet altijd beter weet. Een bekende strijd van politici: wanneer dien je van ideologie te wijzigen als het je niet genoeg kiezers oplevert? Je ziet in het politieke landschap veel partijen van koers wisselen en inspelen op de overtuigingen van het ‘grote volk’. De lezer blijft bewonderend achter terwijl Femke haar of hem meeneemt in haar eigen denkwereld en de redenen waarom ze er voor gekozen heeft bij haar eigen idealen te blijven. In de openingszin van haar politieke memoires schrijft Femke: “Als een passant in de politiek, zo heb ik me vaak gepresenteerd in interviews.” Waar de lezer voor het lezen van het boek zich nog af zou vragen wat Femke hier precies mee bedoelt, zal dit volledig duidelijk zijn na het lezen van Pluche.

Femke heeft een heel fijne, maar misschien wat decadente schrijfstijl, dwz mogelijk niet voor iedereen even toegankelijk. Ze weet het verhaal boeiend te brengen en neemt de lezer op een toegankelijke en interessante manier mee in de wereld van de politiek en wat zich zoal heeft afgespeeld in haar politieke carrière.

Uitgeverij      AmboAnthos, 2017
Pagina’s       390
ISBN             978 9026 328 060

Recensie door Jamie Lee, april 2021

 




‘Krabben’ door Daan Borrel en Milou Deelen

van vrouw tegen tot vrouw

Dat de cover van Krabben de aandacht trekt, is onmiskenbaar. Twee jonge vrouwen staan met ontbloot bovenlichaam en okselhaar op de cover.

Krabben is geschreven door de feministische journalisten Daan Borrel en Milou Deelen. In hun boek schrijven ze over het ‘krabbenmand effect’: “een begrip dat werd bedacht in de tweede feministische golf om het gedrag van vrouwen die andere vrouwen naar beneden trekken te duiden. Zit er één krab in de mand, dan kan zij makkelijk op eigen kracht ontsnappen. Zitten er meer krabben in diezelfde mand, dan belemmeren ze elkaar: zodra één krab een poging doet uit de mand te klauteren, dan ‘krabben’ de anderen haar omlaag. Zo blijven ze in de mand zonder dat een visser op ze hoeft te letten” (pag 3, inleiding).

Er wordt verwezen naar veel hedendaagse situaties die bijna elke vrouw wel eens heeft meegemaakt. Onderwerpen als ongelijkheid en ongelijke machtssituaties op werk, de ‘slut-shaming’ cultuur, de roddel cultuur en de zogeheten ‘bitch fights’ komen zonder enige aarzeling aan bod. Door middel van interviews, panelvragen en enquêtes komen Daan en Milou er steeds meer achter wat het begrip krabben inhoudt, hoe ‘krabben’ zich uit in de hedendaagse samenleving en wat dit voor effect teweegbrengt bij vrouwen. Door middel van hun onderlinge briefwisseling wordt het de twee journalistes steeds duidelijker wat het begrip voor hun betekent en hoe het voorkomt in hun eigen leven.

Ze hebben een rijk scala vrouwen geïnterviewd voor het boek, van Anja Meulenbelt, oermoeder van de tweede feministische golf, tot Sylvana Simons. Naast inhoudelijk sterkte interviews met professionals, zijn de enquêtes ingevuld door 212 vrouwen. Ondanks dat de interviews indruk maken, zijn de enquêtes wat zwak ingeschoten en voelen deze meer als opvulling in plaats van invulling. Er is gekozen voor korte, wat oppervlakkige interviews, waardoor er niet te diep ingegaan wordt op de materie. Hierdoor mist het boek diepgang, maar leest het wel makkelijk weg en is het begrijpelijk.

Maar, met de vlotte schrijfstijl, in combinatie met de eerlijk en soms ook harde zelfreflectie, weten de dames te overtuigen. In plaats van te oordelen, roepen ze op tot meer solidariteit. Ze weten het verhaal boeiend te brengen, maar zijn daarnaast ook gevat, slim en niet bang om ook hun eigen mening bij te stellen. Daarnaast dagen ze de lezer uit, juist door de brede toepasbaarheid, de eigen blik eens te verruimen en tot het besef te komen dat het anders kan en moet.

Het is een goed, informatief boek voor iedereen die zich graag eens wil verdiepen in het feminisme en de relatie van vrouwen onderling.

Uitgeverij          Nijgh & van Ditmar, 2020
Pagina’s            224
ISBN                  978 90 388 0768 3

Recensie door Jamie Lee, november 2020

 




‘Lijfrente’ door Vrouwkje Tuinman

Lijfrente is een bundel gedichten over wat er over blijft na het verlies van je partner. ‘Ik zou heel graag eens over iets anders schrijven dan de dood, en was dat ook aan het doen. Toen werd mijn partner ziek, en overleed hij. Nu is er, meer dan ooit, geen ander onderwerp”, aldus Vrouwkje Tuinman.

Kernwoorden die de gedichten in Lijfrente naar mijn mening het best omschrijven zijn ‘intiem’, ‘teleurstelling’ en ‘puur’. De Utrechtse schrijfster geeft de lezers een blik op haar leven met haar geliefde F. Starik, over vakanties en bezoeken, over zijn obsessie met schoon en zijn schoenencollectie. Door deze levensschetsen en door zich zo open op te stellen, bereikt ze een intimiteit die maar weinig andere dichters kunnen creëren. Haar gedichten druipen van de teleurstelling. Teleurstelling in het leven en heimwee naar een leven dat er niet meer is.

Echter, Vrouwkje Tuinman weet te helen met haar humor en lichtheid. Door op een ‘gemakkelijke’ manier over een intens verlies te schrijven creëert ze de illusie dat het draagbaar is. Dit zorgt ook voor een zekere afstand. Als lezer word je niet geheel meegezogen in het hevige lijden, maar blijf je als vanzelf op een afstand. De overledene blijft altijd aanwezig in gedachten, herinneringen en woorden, hij blijft altijd iets betekenen, op dezelfde manier dat lijfrente een uitkering biedt aan nabestaanden.

De schrijfstijl is rauw, intrigerend en zo eerlijk dat het raakt. Vrouwkje Tuinman schrijft in een heldere en toegankelijke taal, zó beeldend en verhalend dat het onmogelijk is om je níet in te leven. De bundel bevat iets meer dan veertig gedichten.
Het laatste gedicht van de bundel maakte op mij een blijvende indruk.

GRAS

“Aan de andere zijde is het groener.
op het ene veld staan de mensen die niet
meer willen, een tuin verderop degene die nog jaren
vooruit kunnen, ware het niet dat hun ziekte –
er valt niets te ruilen. Een speciaal vak is er voor wie
over datum is en dat weet: daar toppen ze de sprietjes
tot de uitputting erop volgt, alleen niet bij het gazon,
dat groeit terug, altijd aan diezelfde groene kant.
Ik sta aan de rand van wat eigenlijk meer mos is
dan gras. Mijn perk zit vol kuilen en oud blad, maar
ook wonen er mollen in en wormen, er springen padden,
s avonds landen er libelles. Ik neem een stap.”

Zo beschrijft Tuinman haar blik op de uitsterfbare mens, maar ook haar plaats in het leven en de realisering dat zij door moet gaan.

Uitgeverij       Cossee, 2019
Pagina’s        59
ISBN              978 9059 368 637 

Recensie door Jamie Lee, januari 2020

 

 




‘De verloren berg’ door Lieke Kézér

De verloren berg gaat over verlies en over hoe het leven doorgaat na het verlies van een dierbare. Deze tweede roman van Lieke Kézér draait om Thomas Noorman. Zijn vrouw Kira is overleden na een auto-ongeluk en hij blijft over met zijn drie kinderen Cleo, Matilde en Tommie. Hij is schrijver van beroep, en heeft zich altijd meer gefocust op schrijven dan op de opvoeding van zijn kinderen. Wanneer Kira overlijdt staat hij er alleen voor. Al snel wordt duidelijk dat hij geen idee heeft wat er allemaal komt kijken bij de zorg voor kinderen. Daarnaast kan hij ook maar moeizaam omgaan met de dood van zijn vrouw en zoekt zijn uitweg in roken, drinken en een affaire met Lauren, de kleuterjuf van Tommie. Wanneer dit laatste uitkomt, besluit Thomas onverwachts op vakantie te gaan met de camper naar de Pyreneeën.

Het boek is afwisselend opgedeeld in ‘de zee’ en ‘de bergen’. Hoofdstukken aangeduid met ‘de zee’ zijn flashbacks naar de tijd dat Thomas met zijn vrouw en kinderen aan zee woonden. In de hoofdstukken ‘de bergen’ wordt het verhaal verteld van de vakantie in de bergen. Er zit weinig spanning of romantiek in het verhaal en er wordt uitgebreid de tijd genomen om de omgeving te schetsen. Maar bovenal hangt er een grijze, sombere gloed over.

Thomas botst erg met zijn tienerdochter Cleo. Die is boos op de manier waarop Thomas omgaat met de dood van Kira, maar zelf heeft het ook erg zwaar met haar eigen verwerking. Cleo luistert niet of nauwelijks en doet haar eigen ding. Zo ook tijdens hun vakantie in de bergen, waar ze Manuel ontmoet en soms nachten wegblijft. Een passend citaat uit het boek beschrijft hoe ze zich manifesteert door het gehele boek heen:
“Ik vertrouw haar niet, dacht hij ineens. Het kwam hem ineens als zeer waarschijnlijk voor dat Cleo ervandoor was. De bergen in, de liefde tegemoet, dit was het kind dat zelden bevreesd was, dat bereid was pijn te lijden voor datgene waar ze haar zinnen op had gezet.” (pag 221)

Er zijn meerdere, veelal onbelangrijke bijrollen die niet veel toevoegen aan het verhaal. Wel laten de meeste van deze personen zien hoe er altijd mensen zullen zijn die beter weten hoe iemand zijn leven op zou moeten pakken en hoe snel en makkelijk er geoordeeld wordt over een andermans situatie.
Aan het einde komt er een onthulling die de situatie verandert. Maar ondanks dat die zonder meer helpt om het gedrag van Thomas te verklaren, zijn er in het hele boek niet of nauwelijks (hooguit hele kleine) verwijzingen hiernaar. Daardoor heeft de onthulling maar weinig toegevoegde waarde.

De verloren berg is een realistisch verhaal, waar alles draait om verdriet en rouw. Het is makkelijk te lezen en goed te volgen. Er zitten veel herkenbare stukken in en ik voelde ondanks alles toch enigerlei sympathie voor Thomas. Daarnaast intrigeerde het boek, waardoor ik bleef doorlezen. Een makkelijk weg te lezen boek, ondanks het onderwerp.

Uitgeverij         De Arbeiderspers, 2019
Pagina’s            265
ISBN                  978 9025 929 198

Recensie door Jamie Lee, september 2019