Mei nieuwsbrief
Beste leensters, leners en andere belangstellenden,
*Zomer 2022 – De zomer van Jeanne
Jeanne is kunstenares Jeanne Bieruma Oosting (1898 – 1994), Friezin van geboorte. Haar keuze voor de kunst als vrouw uit een rijke patriciërsfamilie was controversieel in een tijd dat de rol van de vrouw binnen huwelijk en gezin voorop stond. Ze woonde en werkte afwisselend in Friesland, Gelderland, Parijs en Amsterdam. Vanuit Almen, waar ze op latere leeftijd afgewisseld met Amsterdam woonde, bezocht ze geregeld het dichtbij gelegen Zutphen met het Museum Henriette Polak. Bij de oprichting van dit museum in de jaren zeventig was ze nauw betrokken en haar werk is ruim vertegenwoordigd in de collectie.
Werken was voor Jeanne Oosting een vanzelfsprekende levensbehoefte. ‘Heel mijn leven en mijn denken draait om schilderijen. Het is mijn adem’, zei ze. Zij was altijd bezig, leefde volgens haar eigen regels en verspilde geen kostbare tijd. De uitspraak ‘Geen tijd verliezen’ was haar op het lijf geschreven. Zo was zij een van die vooruitstrevende vrouwen, die begin 20e eeuw streden voor een vrij en zelfstandig leven.
In haar Parijse periode kreeg ze vleugels en nam haar carrière een vlucht. Vooral met haar grafische werk maakte ze internationaal naam. Zij zette hiermee de toon voor een nieuwe visie op de grafische kunst als autonome kunstvorm, op gelijke voet met de schilderkunst. Haar bijdrage – haar experimentele aanpak, technisch perfectionisme, gedurfde visie en onderwerpskeuze – was hierbij van onschatbare waarde voor de Nederlandse kunstgeschiedenis. Regelmatig was de (kunst)wereld nog niet klaar voor haar werk. De onderwerpen waren te gewaagd of aanstootgevend -en dat voor een vrouw- waardoor haar werk nogal eens werd geweigerd bij tentoonstellingen.
De Zomer van Jeanne wordt georganiseerd door Museum Henriette Polak samen met vier andere culturele instellingen. Museum Henriette Polak in Zutphen presenteert een grote overzichtstentoonstelling. Deze laat een uitgelezen selectie zien uit haar veelzijdige oeuvre, aangevuld met foto’s en niet eerder getoonde egodocumenten. Het meeste werk wat bij Museum Staal (ook in Zutphen) te zien is, is afkomstig uit privécollecties, Museum Belvédère in Heerenveen toont haar tijd in Friesland en Parijs, Museum Maassluis toont haar reizen, naast diverse werken over dieren, interieurs en landschappen, en Stichting Nobilis in Fochteloo haar grafisch werk en dat van haar vrienden. Met een gezamenlijke (gratis) folder als ‘reisgids’ kan je in haar voetsporen door het land reizen.
De serie tentoonstellingen is tot stand gekomen op initiatief van sociologe en schrijfster Jolande Withuis, en is gebaseerd op de door haar geschreven biografie Geen tijd verliezen. Jeanne Bieruma Oosting 1989-1994, uitgekomen in november vorig jaar. Dankzij haar onderzoek kan het werk van Jeanne Oosting voor het eerst worden belicht vanuit een biografische context én in vrouwen-historisch perspectief.
Meer info: https://www.dezomervanjeanne.nl/ en https://www.dezomervanjeanne.nl/agenda/
*Op de dag dat Truus van Lier haar 101e verjaardag zou vieren werd het standbeeld van de Utrechtse verzetsvrouw onthuld in het Zocherpark, in het verlengde van de Walsteeg, de plek waar de 22-jarige rechtenstudente in 1943 de hoofdcommissaris van de politie in Utrecht en tevens NSB’er Gerard Kerlen doodschoot. Na deze verzetsdaad wist Truus te ontkomen, maar ze werd een paar weken later toch opgepakt. Ze is verraden en werd nog in hetzelfde jaar gefusilleerd in concentratiekamp Sachsenhausen. Nu is er dus een standbeeld, een blijvend eerbetoon aan Truus en gelijk ook bedoeld voor alle vrouwen die zich in tijden van oorlog hebben ingezet voor de vrijheid. De rol van vrouwen in het verzet is lang onderbelicht gebleven.
Ongeveer tegelijkertijd zijn er dit voorjaar twee boeken over deze jonge Utrechtse verzetsvrouw verschenen:
– Truus van Lier. Het leven van een verzetsvrouw. Jessica van Geel stuitte op Truus van Lier tijdens haar onderzoek voor haar boek I love you Rietveld over Truus Schröder, de geliefde van architect Gerrit Rietveld. Truus Schröder schreef in brieven over Truus van Lier, haar buurmeisje, die ze aanduidde als ‘het meisje met de vergeet-me-niet-ogen’. Jessica van Geel wil met haar boek over Truus van Lier de onderbelichte rol van vrouwen in het verzet herstellen, schrijft ze in het voorwoord, en schreef een uitgebreid biografisch portret.
– van Kees van Domselaar en Michiel van Diggelen is een aangevulde en herziene editie. De oorspronkelijke uitgave verscheen in 2019 ter gelegenheid van het jubileum van het Christelijk Lyceum Zeist, de school waar Truus van Lier op zat en waar beide auteurs doceerden. Die besteden in het bondige feitenrelaas dan ook relatief veel aandacht aan Truus’ middelbare schooltijd.
Ook Truus’ nicht Trui zat in het verzet. Die bestierde aan het begin van de Prins Hendriklaan een crèche, die uitgroeide tot onderduikadres Kindjeshaven, waar in totaal 150 Joodse kinderen, vaak afkomstig uit de Hollandse Schouwburg in Amsterdam, veilig werden ondergebracht.
Meer info: https://truusvanlier.nl/category/trui-van-lier/ en https://www.vprogids.nl/boeken/artikelen/2022/Boek-van-Jessica-van-Geel-over-verzetsstrijdster-Truus-van-Lier-het-meisje-met-de-vergeet-me-niet-ogen.html?fbclid=IwAR0tEEuE4rHF66atE6wI2KY49QGNagzkC1azIm3C223YxSCpCNoTW_jqAS4
Onlangs uitgebrachte andere titels
– De nieuwe roman Julia, van de in Rome woonachtige Rosita Steenbeek gaat over het enige kind van keizer Augustus. Julia zegt wat ze denkt, houdt van provoceren, maakt verre reizen en bezoekt een literaire kring van geestverwanten die moeten aanzien hoe de Republiek een keizerlijk regime wordt. In deze kring worden subversieve teksten geschreven en snode plannen gesmeed. Een van hen is haar grote liefde Iullus Antonius. Rosita Steenbeek wisselt het lopende verhaal over het leven van Julia af met stukken waarin ze als ik-verteller in het heden de plekken bezoekt en beschrijft waar Julia gewoond, gelopen, gefeest, gebaard en gereisd heeft. Er ontstaat een beeld van een temperamentvolle vrouw die haar eigen keuzes maakt, gedwarsboomd door haar vader die haar dwingt tot huwelijken die passen in zijn politieke strategie.
– Emily Reekers schreef met Wij zijn vrij een roman over het psychologisch ’spel’ rondom intimiteit in een samengesteld gezin, een actueel onderwerp. Een gezin met vader en dochter, en (stief)moeder en (stief)dochter: ze zijn anders dan andere gezinnen. Dit voelen ze wanneer ze tegen de wind in door de rivierduinen rennen. Wanneer ze als een magische eenheid in de woonkamer dansen tot ze zweten. Of wanneer ze in de badkamer elkaars lichamen insmeren met diepzeeklei. De gezinsleden zijn alle vier op een eigen manier beschadigd en op zoek naar erkenning, aandacht en liefde. Beetje bij beetje worden grenzen verlegd, maar waar eindigt onschuld en begint schuld? En wie is er schuldig?
– De autobiografische roman Tekenen van het universum van Emy Koopman heeft als ondertitel Verslag van een obsessie. Het is inderdaad het verslag van een obsessie, maar gaat tegelijkertijd veel verder dan dat. Tijdens de opnames voor een televisieserie wordt hoofdpersoon Emy verliefd op een andere man dan degene met wie ze een relatie heeft. Het loopt uit op een ingewikkelde en onmogelijke liefde. Emy vertelt eerlijk, intiem en persoonlijk over hoe zij zichzelf verloor in haar romantisch relatie, over hoe grenzen overschreden werden en over hoe ze die liet overschrijden, over vrouw zijn in een wereld die ons leert om geen grenzen te stellen, maar om te behagen en lief te zijn. De manier waarop ze verslag roept in de kritieken veel enthousiasme op.
– In Zee van rust van de Canadese Emily St. John Mandel steekt Edwin St. Andrew in 1912 de Atlantische Oceaan over. Als hij in de woeste wildernis van British Columbia het bos in stapt, is het heel even volslagen duister en zingen er vioolklanken onnatuurlijk door de lucht. Twee eeuwen later reist de beroemde schrijfster Olive Llewellyn de aarde over, ver van haar huis in de tweede maankolonie, zonder vermoeden van een oprukkende pandemie. In Olives bestsellerroman komt een vreemde scène voor: een man staat in een galmende ruimte viool te spelen terwijl om hem heen de bomen van een bos oprijzen. Weer tweehonderd jaar later wordt detective Gaspery Roberts gevraagd om terug te reizen in de tijd om deze vreemde doublure te onderzoeken. ”..een ongrijpbare mix van beklemming en luchtigheid” (Trouw).
– Mijn zusje en de zee van Donatella di Pietrantonio is een verfijnd en beeldend portret van de ambivalente band tussen twee zussen. Een plotseling telefoontje dwingt een vrouw om gehaast te vertrekken uit haar woonplaats Grenoble. Met de trein reist ze langs verschillende kleine stations, die voorbijflitsen, tot haar raampje gevuld wordt met de Adriatische Zee. Ze is terug in haar geboorteland Italië. Ze zal haar jongere zus na jaren weer zien, haar zus die zo anders is dan zij. Vroeger waren ze onafscheidelijk, later raakten ze eraan gewend elkaar uit het oog te verliezen. Terug in Pescara wordt ze overspoeld door de herinneringen aan hun chaotische relatie.
– In Hoe je van je dochter moet houden staat een vrouw in een donkere straat, duizenden kilometers verwijderd van haar huis in Israël. Ze kijkt stiekem naar binnen door de verlichte ramen van een woning in Groningen. De twee meisjes die ze in de woonkamer ziet zijn de dochters van haar enige dochter, de kleinkinderen die ze nog nooit heeft ontmoet. Dan gaat ze weer terug naar Israël, zonder te hebben aangebeld. Deze roman van Hila Blum draait om een gezin: moeder, dochter en vader. Een gezin waarin fouten gemaakt worden en misverstanden ontstaan, uit naam van de liefde, die uiteindelijk zullen leiden tot een groot psychologisch drama. De van oorsprong Israëlische schrijfster fileert de liefde van een moeder voor haar dochter en laat de grenzen zien van het vermogen om het lot van je kinderen te bepalen.
– ”Claire Louise Bennett schrijft als niemand anders. Ze is een zeldzaam talent en Kassa 19 is een magistrale roman”, zou Karl Ove Knausgård gezegd of geschreven hebben. Kassa 19 gaat over een schoolmeisje dat in een arbeidersstadje ten westen van Londen verhalen achter in haar oefenschrift krabbelt. Alles en iedereen wordt tot inspiratie voor haar verbeelding. De grote Russische man met de kleine bruine auto die rondloopt in de supermarkt waar ze als kassière werkt en die haar een exemplaar toestopt van Jenseits von Gut und Böse. De toenemende stapels met andere boeken waarin ze zichzelf verliest en vindt. De opwinding waarmee ze personages en scenario’s in haar hoofd oproept, wordt geëvenaard door de vreugde waarmee ze haar eigen weg door de wereld creëert.
– Borsten en eitjes van de Japanse schrijfster Mieko Kawakami volgt hoofdpersoon Natsu en de vrouwen in haar leven terwijl zij uitvinden hoe ze vorm willen geven aan een leven als schrijver, zus, moeder, vriendin: als vrouw – met of zonder kind. Alleenstaande Natsu worstelt met het schrijven van haar langverwachte tweede roman en koestert de wens om moeder te worden. In Japan is spermadonatie en ivf voor alleenstaanden verboden, dus gaat ze alternatieve methoden om zwanger te raken te onderzoeken. Natsu’s zus overweegt haar borsten te laten vergroten en haar tienerdochter worstelt met zichzelf en haar lichaam als jonge vrouw. De verschillende kanten van vrouwelijkheid, het vrouwelijk lichaam en (de weg naar) moederschap komen voorbij, met humor.
– Dansen op vluchtige noten van An van Paemel speelt zich zo’n 100 jaar geleden af, maar de beschrijving doet een ook voor onze tijd relevante roman vermoeden: ”Dansen op vluchtige noten exploreert, behalve het mijnenveld van culturele integratie, ook de dunne grens tussen geestelijk ziek en gezond. Is die wel relevant als de hele wereld op een gekkenhuis lijkt?”
Gidia, de oudste dochter uit een arm Nederlands gezin, moet tegen haar zin als krankzinnigenverpleegster werken om de studies van haar broers te bekostigen. Ze zoekt tevergeefs een uitweg uit haar saaie, conventionele leven. Dan breekt de Eerste Wereldoorlog uit en honderdduizenden Belgen vluchten naar het neutrale Nederland. Gidia krijgt een nieuwe collega, Jean, een Belgische vluchteling die prachtig cello speelt. Hij verzwijgt echter de reden waarom hij krankzinnigenverpleger is geworden, en verder piekert hij er niet over een gezin te stichten. Hij heeft andere ambities. Hij probeert zich onbevangen te integreren in Nederland maar trapt daarbij meerdere mensen op de tenen. Dan rijst de vraag: blijft hij in Nederland of wordt hij toch soldaat?
– Aarde eten is het veelgeprezen debuut van de Argentijnse Dolores Reyes. In een stad in Argentinië ontdekt een meisje dat wanneer ze aarde eet, ze visioenen krijgt van vermoorde en vermiste mensen die op die aarde hebben gelopen. Ze wil die visioenen voor zichzelf houden, maar wanneer het gerucht over haar helderziendheid zich verspreidt, vragen steeds meer wanhopige mensen haar hulp. Zij willen weten wat er met hun verdwenen dierbaren is gebeurd. Als ze wat ouder is beseft ze dat haar gave een verantwoordelijkheid jegens anderen met zich meebrengt, vooral omdat zij in een sloppenwijk buurt woont, waar geweld en onrecht aan de orde van de dag zijn, en de belangrijkste slachtoffers vrouwen zijn. Wanneer zij in een visioen de aanstaande moord op haar broer ziet, probeert ze uit alle macht die te voorkomen. Maar hoe?
– Het snoephuis van Jennifer Egan: zie bij activiteiten
Poëzie
– De jonge Somalisch-Britse dichteres Warsan Shire schreef al jaren gedichten en teksten, o.a. voor Beyoncé en publiceerde poëzie-pamfletten. Haar gedicht Thuis werd wereldwijd gedeeld als oproep tot een humaner beleid. Nu is haar debuutbundel verschenen, Zegen de dochter, die Radna Fabius in het Nederlands vertaalde. Warsan Shire dicht over haar eigen ervaringen als migrante, over je huis kwijtraken en je nergens thuisvoelen, over oorlog, seks en vrouw-zijn. Haar bundel gaat over een meisje dat opgevoed wordt door de stemmen in haar hoofd bij gebrek aan iemand die voor haar zorgt. Puttend uit haar eigen leven en dat van haar dierbaren, popcultuur en krantenkoppen brengt ze in schitterende gedichten de levens van vluchtelingen en migranten, moeders en dochters, zwarte vrouwen en tienermeisjes tot leven.
– Radna Fabius vertaalde ook de gedichten van Louise Glück. Toen de Amerikaanse dichteres in 2020 de Nobelprijs voor de Literatuur won, was er nog geen bundel van haar in het Nederlands vertaald. Vorig jaar verscheen de vertaling haar bundel Averno, en nu is er Winterrecepten van het collectief, haar eerste bundel na de Nobelprijs. Louise Glück componeert haar gedichten alsof het korte verhalen zijn, vertellingen in poëzie. Ze handelen elk op hun eigen manier over verlies en vergankelijkheid. Ze zijn intiem en beschouwend, maar niet sentimenteel.
– Kraanvogels staan voor waakzaamheid. In de Chinese traditie dragen ze op hun rug de zielen van de doden. Bij Plinius plaatsen kraanvogels schildwachten als ze tijdens de trek uitrusten. Op een poot staand, met een steen in de andere, weten ze zeker waakzaam te zullen blijven. Kraanvogels is ook de titel van de 6e dichtbundel van Jane Leusink, waarin ze verder gaat met waar ze in haar vorige bundel Een grazende streep in de lucht een begin mee heeft gemaakt. Ze verbindt in een achttal lange, soms epische, soms lyrische gedichten persoonlijke geschiedenissen met universele vragen omtrent groei, dood en rouw. Ze onderzoekt de kunst van het sterven op Bali in de puputan van 1906, ze speculeert over de voor pogrom en oorlog vluchtende Russisch-Pools-Joodse voorouders en onderneemt een zoektocht naar een gestorven dochter die ze ergens onderweg was kwijtgeraakt.
Verhalen
Charlotte Perkins Gilman was een prominent Amerikaans feministe, sociologe en schreef literatuur, korte verhalen en non-fictie. Ze is beroemd geworden met haar klassieke, huiveringwekkende verhaal Het gele behang dat is gebaseerd op haar eigen worsteling met een postnatale depressie. Een jonge moeder raakt in de ban van het gele behangpatroon op haar kamer, waarin ze een verplichte rustkuur ondergaat, en verliest langzaam haar verstand. De publicatie veroorzaakte in 1892 veroorzaakte grote opschudding in de literaire én medische wereld. Het onlangs opnieuw uitgebrachte Het gele behang en andere verhalen bevat ook twaalf korte verhalen waarin Charlotte Perkins humoristisch en scherpzinnig wijze de traditionele plaats van de vrouw in de maatschappij onderzoekt. Leidraad in al haar verhalen is de gelijkwaardigheid tussen man en vrouw.
Non-fictie
– Loes Faber is kunstenares, illustrator en docente aan de kunstacademie. Zelf studeerde ze af op het vrouwelijk zelfportret in de beeldende kunst. In haar debuut, de graphic novel Ik ben mijn muze, brengt ze een visuele ode aan acht vrouwelijke kunstenaars, die in eerste instantie werden overgeslagen in de canon van de kunstgeschiedenis. Vrouwen die hun eigen koers voeren, die hun leven gaven voor hun kunstenaarschap en vochten voor wat ze belangrijk vonden, niet bang om zich aan de norm te ontworstelen en zo vrij mogelijk te leven. Toen Loes Faber zich begon te verdiepen in de geschiedenis van het vrouwelijk zelfportret, viel haar op dat de hele emancipatie van de vrouw zich aftekende op de portretten die vrouwelijke kunstenaars van zichzelf maakte. “En dit zijn nog maar acht verhalen – er liggen er nog zoveel voor het oprapen, ik ben nog lang niet klaar”, schrijft ze. Meer info: https://ikbenmijnmuze.loesfaber.com/
– Schrijfster Mariët Meester groeide op in het Drentse gevangenisdorp Veenhuizen. In het autobiografische Koloniekind vertelt ze over haar ongewone jeugd. Als dochter van ‘meester Meester’ groeide Mariët op in de afgelegen justitiekolonie, toen het Drentse dorp nog verboden was voor buitenstaanders. Ze ging in een gevangenisbus naar de kleuterschool, de tuin van het huis waar ze woonde werd door gevangenen onderhouden en op zondag zat ze samen met gevangenen – haar rolmodellen – in de kerk. Aan de hand van haar persoonlijke verhaal beschrijft ze van binnenuit hoe de inwoners van Veenhuizen samenleefden met de criminelen die ze moesten bewaken. Het was een kleine op zichzelf staande gemeenschap en bijna onvoorstelbaar anders dan in onze gevangenissen nu.
– Biografie van de baarmoeder van gynaecologe Marlies Bongers en schrijfster Corien van Zweden draagt de veelzeggende ondertitel Het ingenieuze orgaan dat vaak niet begrepen wordt. Baarmoeders kunnen baren, maar er is zo veel meer. Er wordt verteld over de baarmoeder in alle fases van het leven. Van voor de eerste menstruatie, de ongeveer 40 jaar maandelijkse ongesteldheidscycli met als enige pauze een enkele zwangerschap, het afbouwen ervan dat vaak met het nodige ongemak gepaard gaat en dan in ruststand. Ze vertellen ook over zieke en gezonde baarmoeders, getransplanteerde baarmoeders en kunstbaarmoeders en de symbolische en emotionele waarde ervan. Corien van Zweden schreef eerder Borsten. De levensloop van een intiem lichaamsdeel over borsten in hun verschillende rollen van verleidster, voedster en vernietiger.
– In de jaren ’40 was 1/3 van alle leden van de NSB vrouw. Toch is er nauwelijks onderzoek gedaan naar hun beweegredenen en hun verhaal. In Foute vrouwen tekent Paul van de Water opmerkelijke levensverhalen op van Nederlandse en Vlaamse vrouwen die collaboreerden of op andere manieren de bezetter hielpen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Soms hadden ze eenvoudige kantoorbanen bij vaak verschrikkelijke organisaties, soms ging het om actieve Jodenjaagsters. Opvallende geschiedenissen die beschreven worden zijn die van de Amsterdamse Ans van Dijk, de Vlaamse Irma Laplasse en jeugdboekenschrijfster Tonny Vos-Dahmen von Buchholz.
– ”Het ziet ernaar uit dat Hans Goedkoops langverwachte biografie van schrijfster en journaliste Renate Rubinstein in stukjes en brokjes tot ons zal komen”, schreef Trouw vorige week. In 2015 verscheen van zijn hand Iedereen was er, een kort verslag van Renate’s 50e verjaardag, en afgelopen maand Vaderskind over haar jeugd en oorlogsjaren. Vaderskind vertelt de geschiedenis van een immigrantenmeisje met een joodse vader. Heel slim en erg gevoelig. Angstig zonder dat ze weet waarvoor. Haar wordt niet veel verteld over de wereld, kinderjaren horen onbezorgd te zijn, maar gaandeweg dwingt ze zichzelf te leren kijken. Ook naar wat geen mens wil zien. Als eerste columnist van Nederland, en nooit overtroffen, schreef Renate Rubinstein over alles wat de tijd haar aandroeg, van het zelfbedrog der ideologieën tot de zang van de wielewaal. Niemand zat het heden ooit zo op de huid. In de verwoestende tijd van haar jeugd legde ze het fundament van haar schrijverschap.
– In De vrouw die Friesland redde beschrijft Sunny Jansen de levensgeschiedenis van een onbekende prinses van Oranje en een van de opmerkelijkste vrouwen uit de Nederlandse 17e eeuw, Albertine Agnes (1634-1696). Na de dood van haar man werd ze de eerste vrouw die in de Republiek optrad als regentes van Friesland, Groningen en Drenthe. Een vrouw die politiek ingrijpt was ongekend, maar ze wist op spectaculaire wijze met inzet van de waterlinie het Noorden te behoeden voor een inval van de oorlogszuchtige bisschop van Münster. De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden werd van alle kanten aangevallen, en ook Friesland dreigde onbestuurbaar te worden. Ze wist haar positie te verstevigen. Niet alleen bestuurde Albertine Agnes het Noorden, zij stond de militaire bevelhebbers terzijde, ondernam verschillende bouwprojecten en trad op als mecenas van kunstenaars.
Activiteiten in Utrecht en daarbuiten:
– Op 20 mei verwelkomt ILFU (Utrecht) Jennifer Egan, Amerikaans schrijfster van romans en korte verhalen. Ze zal geïnterviewd worden over haar nieuwste roman Het snoephuis. Daarin verschijnen personages uit haar eerdere succesvolle roman Bezoek van de knokploeg opnieuw op het toneel. Bix Bouton is ondernemer en experimenteert met het menselijk geheugen. Hij brengt Baas over je Onbewuste op de markt, een technologische programma waarmee je toegang krijgt tot al je herinneringen, en deze herinneringen met iedereen kunt delen. Maar niet iedereen is enthousiast. Het heeft namelijk verregaande gevolgen voor de levens van de verschillende personages, wier paden zich meermaals kruisen.
Meer info: https://www.tivolivredenburg.nl/agenda/ilfu-book-talk-met-jennifer-egan-20-05-2022/
– Deze maand organiseert Atria boekenclub weer 2 bijeenkomsten:
Op 2 mei wordt een titel van de hedendaagse schrijfster en journaliste Tessel ten Zweege besproken: Dat zou jij nooit toelaten. Hierin vertelt zij haar verhaal over hoe zij in 2018 ontsnapte aan haar gewelddadige vriend. Na zich lang geschaamd te hebben voor haar ervaring met partnergeweld, is haar doel nu om intiem geweld bespreekbaar te maken. Daarnaast biedt ze ook informatie die anderen nodig hebben om partnergeweld te voorkomen, herkennen en doorbreken.
Meer info: https://atria.nl/agenda/atria-boekenclub-over-dat-zou-jij-nooit-toelaten-van-tessel-ten-zweege/
Op 16 mei wordt Mannen die deugen van historicus en hoogleraar Ivan Jablonka besproken. Het beschrijft de rol die mannen spelen bij het in stand houden van patriarchale systemen en de rol die zij kunnen spelen in het creëren van nieuwe vormen van mannelijkheid. Jablonka doet een pleidooi om je als man in te zetten voor een samenleving waarbij mensen niet worden onderdrukt en een mannelijkheid met lef om je voor een rechtvaardige wereld in te zetten.
Meer info: https://atria.nl/agenda/atria-boekenclub-over-mannen-die-deugen-van-ivan-jablonka/
Bibliotheeknieuws:
– In mei zal de bibliotheek open zijn op de aangegeven tijden. Iedereen die wil komen rondkijken en/of boeken lenen en terugbrengen is van harte welkom.
– Dit jaar viert Utrecht haar 900 jaar stadsrechten en er staan tal van evenementen en initiatieven op de planning. Gianna, die ons helpt met de catalogus, heeft voorgesteld om de Vrouwenbibliotheek te betrekken bij de plannen van haar (queer) amateur-theatergroep Oester. Het zou een mooie samenwerking kunnen zijn en gelijk meer bekendheid genereren voor onze bieb, de collectie en recensies, en haar roze aandeel daarin. In de juni nieuwsbrief uitgebreider hierover.
Het ziet er naar uit dat wij als vrouwenbibliotheek een bijdrage mogen leveren aan het programmaboekje en aan een banner met informatie over wat we te bieden hebben, die op een tentoonstelling te zien zal zijn. In samenhang daarmee willen we zorgen voor nieuwe relevante artikelen (met speciale rose aandacht) op onze website over onze collectie, onze recensies, de geschiedenis van de bieb, Utrechtse schrijfsters etc.
We hopen op wat extra hulp bij onze plannen en zoeken o.a. mensen die in de recensies en/of collectie/catalogus van de vrouwenbibliotheek willen ’duiken’ om te kijken wat relevant en/of interessant is, en er iets over willen schrijven voor op de website. Dat kan ook over meer specifieke onderwerpen, zoals bijv. Utrechtse schrijfsters.
We zijn erg blij met extra ’handen’, dus als het je iets lijkt om mee te gaan doen, hoor ik dat graag van je.
Nieuwe boeken in de bibliotheek
Hier huizen draken, poëzie van Marie Claus, De tsarina en de filosoof van Martine Sahler, Stoeien met de muzen. Jeanne Bieruma Oosting van Susan van den Berg en Jolande Withuis
Nieuwe recensies van deze maand als link bijgevoegd:
https://vrouwenbibliotheek.nl/2022/04/04/een-liefde-van-sara-mesa/
https://vrouwenbibliotheek.nl/2022/04/14/sarnami-hai-suriname-ik-ben-door-bea-vianen/
https://vrouwenbibliotheek.nl/2022/04/22/het-vrouwenpaleis-door-laetitia-colombani/
De leenbijdrage voor 2022 is opnieuw vastgesteld op € 26,-. Je kunt hiervoor onbeperkt boeken lenen en/of vriendin/vriend van de bibliotheek zijn.
Iedereen die boeken leent en/of wil gaan lenen wordt vriendelijk verzocht dit bedrag over te maken.
We hebben een nieuw banknummer NL18 RABO 0366 0430 05 ten name van Stichting Es Scent ovv naam en ‘leenbijdrage 2022’. Meer overmaken om de vrouwenbibliotheek extra te ondersteunen mag natuurlijk altijd. Eenmalig een boek lenen kan ook. De bijdrage hiervoor is € 1,- per boek, met een startbedrag van € 5,- per kalenderjaar.
Op www.vrouwenbibliotheek.nl is meer informatie over de bibliotheek te vinden en veel recensies, de nieuwsbrief is ook te lezen via onze website.
Marjolein Datema Utrecht, 1 mei 2022