‘Gevaarlijke Vrouwen’ door Beatrice de Graaf

Tien militante vrouwen in het vizier

Als ik denk aan een terrorist, dan zie ik verschillende gezichten voor me. Osama Bin Laden, Anders Breivik, Mohammed B. Ik betrap me erop dat het allemaal mannen zijn. Zo begint Hoogleraar conflict en veiligheid in historisch perspectief en terrorisme-expert Beatrice de Graaf haar boek ook: “De gemiddelde terrorist is tegenwoordig een man, zo lijkt het als we de kranten erop naslaan.” Met Gevaarlijke vrouwen brengt zij de verhalen van tien vrouwen, die betrokken waren bij gewelddadige bewegingen, aan het licht.

In de inleiding wordt reeds vermeld dat het niet mogelijk was om een algemeen beeld van drijfveren, beweegreden en omstandigheden te schetsen. Dat blijkt ook al snel uit de eerste verhalen van 5 dames uit de jaren zeventig en tachtig, en 5 uit het recente verleden, beide uit binnen- en buitenland. Wel schetst de Graaf steeds dezelfde elementen, namelijk: welke rol de vrouwe had en hoe ze daar terecht kwam, hoe ze door de media werd gezien en wat dit vertelt over de periode en cultuur, en tot slot, welke speelruimte ze had om te kunnen radicaliseren, eruit te stappen of te ontkomen.

Ulrike Meinhof is wellicht een van de bekendste verhalen. Meinhof, moeder van 2 dochtertjes, stond samen met Andreas Baader en Gudrin Ensslin aan het hoofd van de radicaal linkse Rote Armee Fraktion (RAF). In 1970 bevrijdde ze met Ensslin, Baader uit de gevangenis. In de media werd ze afgeschilderd als de moeder van het Duitse terrorisme, staatsvijand nummer een en Killer-Girl, terwijl ze slechts de intellectueel was achter de organisatie. Misschien had ze ooit nog naar huis gekund. Maar politie en media waren genadeloos waardoor dat onmogelijk werd. Uiteindelijk pleegde ze zelfmoord in haar cel.

De Molukse Hansina Uktolseja, Hansje, was de enige vrouw betrokken bij de treinkaping in 1977. Haar vriend Rudi Lumossil had haar bij de actie betrokken. In de media werd ze neergezet als ‘fanatieke verloofde’ en ‘felle en sadistische tante’. Zij had echter haar eigen redenen om mee te doen. Haar familie was niet blij met haar relatie met Rudi. Door zich in te zetten voor de Molukse zaak, hoopte ze het respect van haar familie te krijgen. Daarnaast was Hansje nooit gewapend geweest. Toch werd ze zonder pardon neergeschoten.

Onze eigen Tanja Nijmeijer werd in de media het ‘stoute buurmeisje’ en ‘dekselse Denekampse’ genoemd, terwijl ze uit eigen persoonlijke overweging bij de terreurbeweging FARC in Colombia is aangesloten. Nijmeijer’s verhaal wordt voornamelijk benaderd als het avontuurlijke meisje dat vanwege haar idealen naar de Colombiaanse jungle vertrok.

Het meest recente verhaal is het verhaal van Beate Zschäpe, naziliefje. Volgens de Graaf verdient zij de titel Gevaarlijke vrouw het meest van alle tien. Met 2 handlangers pleegde ze tien moorden op voornamelijk in Duitsland wonende Turken, een aantal bankovervallen en aanslagen. De drie deden dat als lid zijnde van de zelfbenoemde Nazionalsozialistischer Untergrund (NSU). Ze huurde voor de andere twee de auto’s en huizen waar ze in konden verblijven. De radicaal-rechtse Zschäpe is nog niet veroordeeld, dat zal in 2013 komen.

De Graaf concludeert niet dat vrouwen gevaarlijker zijn dan mannen. Wel wordt duidelijk dat de situatie waarin ze verkeren, de motivatie om mee te doen, en stereotypering in de media duidelijk onderdeel zijn van de acties van deze vrouwen. Er is niet 1 wijze waarop ze betrokken raken bij terroristische organisaties en daar actief zijn; alle verhalen verschillen wat dat betreft van elkaar. Wel is opvallend dat ze nooit objectief werden beoordeeld; ze waren ofwel extreem gevaarlijk of hun rol werd juist erg onderschat.
Het verschil met mannen is wel dat je het veel minder snel verwacht. Het is schokkend om te horen of te lezen dat de dader een vrouw was of is.

Gevaarlijke vrouwen leest goed en vlot weg. Ik was bang dat ik bij het zevende verhaal wel door zou hebben wat de idee was en er dan nog drie moest, omdat je het nu eenmaal wel uit wil lezen. Dat was helemaal niet het geval, omdat alle verhalen  de moeite waard zijn en weer een eigen interessant aspect belichten. De vele voetnoten ondersteunen het gevoel dat wat we lezen niet zomaar uit de lucht gegrepen is of altijd een interpretatie van de auteur is; het is daadwerkelijk gebaseerd op historisch onderzoek.

Uitgeverij       Boom,  2012
Pagina’s         208
ISBN              978 9461 054 715

Recensie door Tessa, april 2013