‘ Het recht op seks’ door Amia Srinivasan
Feminisme in de 21e eeuw
“Hoe kunnen we ervoor zorgen dat seks werkelijk vrij is? Dat weten we nog niet. Het is een kwestie van uitproberen.”
Seks wordt vaak gezien als iets natuurlijks, iets wat buiten de politiek staat. Volgens de Britse filosofe Amia Srinivasan (Bahrein, 1984) is seks echter een bij uitstek politieke aangelegenheid. De rollen die we spelen, wie geeft, wie neemt, wie begeert, wie begeerd wordt, wie er beter van wordt, wie er onder lijdt: al die regels waren al bepaald voordat we geboren werden. In haar essaybundel Het recht op seks onderzoekt Amia Srinivasan de relatie tussen politiek en seks, en probeert ze de politieke kritiek op seks te vertalen naar de 21e eeuw.
Amia Srinivasan schreef het titelessay, het bekendste van de zes essays in de bundel, in 2018 naar aanleiding van de moord op 6 studenten op een Amerikaanse universiteit door Elliot Rodger, een zgn. ‘incel’ (onvrijwillig celibatair). Voordat hij zichzelf met een vuurwapen doodde, stelde Rodger in een online manifest dat hij op seksueel vlak werd gemarginaliseerd omdat hij niet zou voldoen aan hetero-masculiene normen. Vanwege zijn vrouwelijke uiterlijk en zijn raciale afkomst (hij was half wit en half Aziatisch) zou hij geen seksuele relaties met vrouwen kunnen krijgen, reden waarom hij had besloten ‘alle vrouwen te straffen’ voor hun misdaad hem seks te ontzeggen. Naast afschuw riep zijn daad ook bewondering op bij mannen die zichzelf in hem herkenden. De auteur onderzoekt in dit essay hoe Elliot Rodger tot zijn denkbeelden kon komen, en of er inderdaad zoiets bestaat als ‘het recht op seks’.
Amia Srinivasan benadert haar onderwerp zonder oordeel, en met een onderzoekende, nieuwsgierige geest. Ze is er niet op uit een schuldige aan te wijzen, maar wil de onzichtbare patronen blootleggen die onze menselijke relaties en gedragingen bepalen. In het essay over pornografie, Met mijn studenten in gesprek over porno, gaat ze uitvoerig in op de aard van seksuele verlangens, en in hoeverre die worden beïnvloed door factoren van buitenaf. Want we zijn geneigd te denken dat onze seksuele voorkeuren en verlangens authentiek, uniek en aangeboren zijn, maar in hoeverre worden ze ook bepaald door de heersende westerse en patriarchale normen? Is het toeval dat porno-actrices vaak dezelfde uiterlijke kenmerken hebben (lichte huidskleur, grote borsten, slank) of spelen hier patronen van westerse overheersing en uitsluiting mee?
Persoonlijk vond ik het laatste essay, Seks, carceralisme en kapitalisme, het meest interessante, wellicht omdat de schrijfster hier het meest concreet wordt. Voorstanders van het carcerale feminisme zien wetgeving, inclusief strafrecht, als het ultieme middel om gelijke rechten voor mannen en vrouwen te bewerkstelligen. Denk aan hoge celstraffen voor verkrachting en huiselijk geweld. Hoewel daar op het eerste gezicht niets mis mee lijkt, laat de auteur zien dat ook dit een problematische kant heeft, aangezien rechtssystemen helaas niet voor iedereen hetzelfde werken. Strafrecht werkt vaak in het voordeel van rijke, witte mannen, terwijl zwarte en/of minder rijke mannen en vrouwen juist het risico lopen benadeeld te worden door datzelfde rechtssysteem. Het gevaar van een focus op het strafrecht is dan ook dat je geen misstanden de wereld uit helpt, maar juist een al bestaande ongelijkheid vergroot.
Amia Srinivasan biedt nergens kant en klare oplossingen, ze schetst juist uitvoerig de dilemma’s waarmee hedendaagse feministen te maken krijgen. Neem het verbod op prostitutie: sommige feministen zien prostitutie als het ultieme uitvloeisel van de patriarchale ideologie en vinden een verbod dan ook een belangrijk symbolisch signaal – dat het niet ‘normaal’ is dat mannen zich door middel van geld het lichaam van een ander toe eigenen. Tegelijkertijd brengt een verbod kwetsbare vrouwen in een nog moeilijker positie als zij in het geheim hun werk moeten doen. Maar ook legalisatie leidt niet altijd tot veilige situaties voor sekswerkers, en in sommige gevallen speelt ze juist mensenhandelaren in de kaart. De auteur beschrijft hoe overheden in verschillende landen hiermee omgaan, variërend van een gehele of gedeeltelijke regulering, tot het uitsluitend strafbaar stellen van de klant (het Zweedse model), maar elke variant blijkt naast voor- ook nadelen te hebben, met soms grote risico’s tot gevolg. Een ideale oplossing waar echt àlle sekswerkers van profiteren lijkt er niet te zijn.
Het recht op seks is een boek dat je niet in een paar middagen uitleest, je moet er echt voor gaan zitten en het af en toe wegleggen om de inhoud te laten bezinken. De geschetste problemen en dilemma’s zijn talrijk en een perspectief of een oplossing ontbreekt, waardoor de moedeloosheid je soms bekruipt. De schrijfster is zich hiervan bewust. Al in het voorwoord waarschuwt ze de lezer dat haar essays op een aantal onderwerpen ambivalent zijn, omdat ze complexe zaken niet wil reduceren tot iets makkelijks. Feminisme moet meedogenloos de waarheid vertellen, niet in de laatste plaats over zichzelf. “Feminisme kan zich niet de illusie permitteren dat belangen altijd overeenkomen, dat onze plannen geen onverwachte, onwenselijke gevolgen hebben, dat politiek een troostplek is”, aldus Amia Srinivasan. Haar boek is dan ook vooral een uitnodiging aan iedereen, ook aan feministen, om kritisch naar zichzelf te kijken en zich bewust te zijn van de consequenties van eigen keuzes.
Om terug te komen op het geval Elliot Rodger: hier is de schrijfster minder ambivalent. Nee, concludeert ze, er bestaat niet zoiets als het recht op seks, wel hebben mensen het recht om niet verkracht te worden. Ook Rodgers argument dat hij seksueel gemarginaliseerd werd vanwege zijn gebrek aan stereotiepe mannelijkheid en zijn ras, veegt ze van tafel – het is veel aannemelijker dat hij geen seks kon krijgen vanwege zijn bizarre gedrag en misogyne ideeën. Elliot Rodger was gewoon een engerd.
Uitgeverij de Geus, 2022
Pagina’s 230
Vertaald uit het Engels door Isabel Goethals, Anne Marie Koper en Laura Weeda (The right to seks) ISBN 978 9044 543 636
Recensie door Sandra Bessems, februari 2024