‘De rook die dondert’ door Namwali Serpell

De rook die dondert is een hele kluif, niet alleen door de omvang (780 pagina’s), maar ook doordat de verschillende personages en verhaallijnen elkaar steeds kruisen en je je gedachten er goed bij moet houden. Ik was blij met de stamboom die achterin het boek is opgenomen, om zo af en toe op te zoeken wie bij wie hoort. Maar al met al heb ik het met veel plezier gelezen: het verhaal is intrigerend, soms absurd en vaak verrassend, en ik vind het knap hoe Namwali Serpell er zo’n compact geheel van heeft weten te maken. Ze slaagt erin de feitelijke geschiedenis van het ontstaan van de staat Zambia te combineren met sciencefiction, door al aanwezige ontwikkelingen (klimaatverandering, chips en drones) door te trekken naar een mogelijke toekomst waar de personages mee te maken krijgen. Ook andere actuele thema’s verwerkt ze in het verhaal, zoals de aids-epidemie en de rol van buitenlandse mogendheden in de ontwikkeling van Afrikaanse landen. Een maatschappij-kritische roman.
Zonder in te gaan op alle details zal ik het verhaal in grote lijnen schetsen.

Namwali Serpell beschrijft drie generaties van families die van oorsprong heel verschillend zijn, maar die met elkaar verstrengeld raken in de jonge staat Zambia. Een van de families is zwart, de tweede wit en de derde gemengd. Het eerste deel beschrijft de eerste generatie aan de hand van de grootmoeders. De witte familie is van oorsprong Italiaans en komt in Zambia (toen nog een Engels protectoraat/kolonie) terecht doordat Federico, de man van Sibilla, als ingenieur meewerkt aan de bouw van de Kariba-dam in de Zambezi-rivier. Het verhaal van de gemengde familie begint in Engeland, waar Robert, een zwarte student, in de zomer in het landhuis van de familie van Agnes verblijft. Agnes is blind en weet dus niet dat de man op wie ze verliefd wordt zwart is. Ondanks de protesten van de familie zetten ze hun huwelijk door en vertrekken ze naar Afrika. Agnes raakt daar geïnspireerd door een groep marxisten aan de universiteit, een contact dat Robert met succes weet te saboteren. Uit wraak noemt Agnes hun zoon naar Lionel, de leider van de groep. De derde grootmoeder is Matha, die in aanraking komt met Nkoloso, een revolutionair die streeft naar een onafhankelijke staat Zambia. Ze raakt zwanger van Godfrey, een groepsgenoot, maar als die uit haar zicht verdwijnt, raakt ze gemarginaliseerd en vervalt ze in armoede.

In het tweede deel gaat het om de moeders. Sylvia is de dochter van Matha. Samen met een vriendin komt ze eerst in de prostitutie terecht en vestigt ze later een kapsalon. Een van de klanten van vroeger die ze daar tegenkomt en met wie ze een relatie aanknoopt is dokter Lee. Lee is de verkorte naam van Lionel, de zoon van Agnes en Robert. Als hij Sylvia ontmoet is hij getrouwd met Thandiwe, een vrouw van gemengde afkomst, die de tweede moeder in het verhaal is. De derde moeder is Isabella, de dochter van het witte echtpaar Sibilla en Federico. Zij is een onaangenaam persoon en speelt in het verhaal een minder grote rol, behalve dan dat zij trouwt met de Indiase handelaar Balaji, en de moeder wordt van Naila. In dit deel van het verhaal krijg je een indringend beeld van hoe de verschillende bevolkingsgroepen zich tot elkaar verhouden. In feite leven ze geheel gescheiden van elkaar. De rijke witte bovenlaag komt alleen in aanraking met de zwarte bevolkingsgroep door ze als personeel in hun huishouden te laten werken.

Het derde deel gaat om de kinderen: Joseph, de wettige zoon van Lionel en Thandiwe, Jacob, de buitenechtelijke zoon van Sylvia en Lionel, en Naila, de dochter van Isabella en Balaji. Die drie zijn geboren in 1997/1998. Tegen de tijd dat zij volwassen zijn is Zambia politiek een onafhankelijke staat, maar economisch sterk afhankelijk van buitenlandse investeerders. Zo wordt er verwezen naar China dat mijnen exploiteert en in de infrastructuur investeert. China speelt ook een grote rol bij het zoeken naar een vaccin tegen het Virus. Aan dat onderzoek werkt Lionel mee, al blijkt hij tot zijn teleurstelling maar een kleine schakel te zijn in een groot Chinees project. Zowel Sylvia, Thandiwe, het broertje van Joseph, als Lionel zelf raken met het aidsvirus besmet. Lionel meent een vaccin ontwikkeld te hebben, maar bij hemzelf werkt het averechts, waarna hij overlijdt. Zijn zoon Joseph probeert het onderzoek voort te zetten, maar dat verzandt en hij verlegt zijn aandacht naar het werk van Jacob. Jacob is een handige technicus en ontwikkelt samen met Joseph een mini-drone, uiteindelijk zo klein als een mug, die hij aan de machthebbers verkoopt, de Muzkietooz. Deze mini-drones kunnen opereren als zwerm en lijken bijna een eigen bewustzijn te hebben. In dit derde deel ontwikkelt het verhaal zich tot een sciencefictionroman. Er is sprake van een Verandering, die heeft geleid tot een grillig klimaat. Heel Afrika heeft via Afrinet toegang tot internet en mensen kunnen in hun hand een Bead laten plaatsen. Deze Beads (een soort chips) maken je hand tot een smartphone, wat eerst heel handig lijkt, een slimme gadget. Gaandeweg echter wil de overheid bij iedereen een Bead laten plaatsen om ze te kunnen volgen. Ook de mini-drones worden voor surveillance ingezet. Joseph, Jacob en Naila vormen een trio dat zich hiervan bewust wordt en dat zich ertegen wil verzetten. Ze proberen een verzetsgroep op te richten, maar die komt niet van de grond doordat de overheid hun eerste grote bijeenkomst met behulp van de Beads en de mini-drones verstoort. Dan smeden de drie het plan om de hele stroomvoorziening in het land stil te leggen door de sluizen in de Kariba-dam met een zwerm mini-drones deels te blokkeren. Daarin slagen ze feitelijk té goed, want de sluizen worden geheel geblokkeerd en mede als gevolg van het plotselinge noodweer, een terugkerend effect van de Verandering, stroomt het water uit de Zambezi over de dam heen en wordt het hele land overstroomd. Hiermee sluit Namwali Serpell weer een cirkel in het verhaal: het boek begon met de bouw van de Kariba-dam en eindigt met de instorting ervan. Alleen een paar plaatsen, waaronder Lusaka, blijven als eilandjes boven het water uitsteken. De bevolking moet weer terug naar oude tijden. Joseph en Jacob overleven de zondvloed. Naila in eerste instantie ook, maar bij de geboorte van haar zoon overlijdt ze. Of Joseph of Jacob de vader is, weten ze niet, want Naila voelde zich tot beide mannen aangetrokken.

Tussen de verschillende hoofdstukken in staan intermezzo’s, kennelijk uitgesproken door malariamuggen. Zij becommentariëren de historische gebeurtenissen en pochen op hun eigen ontregelende invloed en de zinloosheid van wat mensen, vooral witte mensen, proberen uit te richten. Aan het eind lijken deze muggen veranderd te zijn, of samen te gaan met de Muzkietooz, de elektronische variant. Je vindt ze ook terug als afbeelding tussen de paragrafen binnen een hoofdstuk. Ze geven een laatste boodschap mee: dat de mens alleen kan meedrijven met de draaiingen van de tijd en het heelal. Een filosofisch einde van een fantastisch (in meerdere betekenissen) boek.

De rook die dondert is de debuutroman van Namwali Serpell (Lusaka, 1980). Namwali Serpell werd geboren in Zambia en woont en werkt in de VS. Met dit boek won ze direct vele prijzen, in de categorieën fictie en sciencefiction en als debuutroman. Haar tweede roman The Furrows (2022, over een familietrauma na een vermist kind) en haar eerder gepubliceerde korte verhalen zijn ook enthousiast ontvangen. Als hoogleraar in de Engelse taal, eerst in Berkeley (2008-2020) en nu in Harvard, schreef ze daarnaast wetenschappelijke boeken en essays die eveneens werden genomineerd voor prijzen. Zo won ze met haar essay She’s Capital (2022) de 2023 American Society of Magazine Editor’s Award for Reviews and Criticism. Duidelijk dus alle reden om uit te kijken naar nieuwe boeken van Namwali Serpell

Uitgeverij       Atlas Contact, 2020
Pagina’s        787 (incl. dankwoord, verantwoording en stamboom)
Vertaald        uit het Engels door Linda Broeder (The Old Drift, 2019)
ISBN             978 9025 448 806

Recensie door Marianne van der Weiden, april 2023