‘Stad van Meisjes’ door Elizabeth Gilbert

Elizabeth Gilbert is de Amerikaanse schrijfster van het wereldberoemde Eat Pray Love (verschenen in 2006 en verfilmd) en van het prachtige Het Hart van alle Dingen, een historische roman uit de 19eeeuw, verschenen in 2013 over fictief personage Alma Whittaker, een plantkundige, die dezelfde ontdekkingen deed over de evolutie als Charles Darwin, in dezelfde periode..

Stad van Meisjes is een roman over een jonge vrouw, Vivian Morris, 19 jaar in 1940, die tegen de wil van haar ouders stopt met haar studie aan het prestigieuze Vassar College en door hen wordt verscheept naar haar tante Peg in New York. Tante heeft een vervallen theater, Lily Playhouse, in Hell’s Kitchen New York. Dat is nu de gewilde wijk Clinton, maar toen een arme, ruige en gevaarlijke wijk in midden Manhattan, waar de inwoners voor weinig geld een voorstelling kunnen bijwonen. Het gezelschap van tante Peg en haar norse secretaresse Olive – boekhouder, toneelmeester, steun en toeverlaat –  brengt een soort revueachtige vaudeville over het voetlicht, met liedjes en sketches door dansers en danseressen, revuegirls en tweederangs acteurs. Meestal speelt een en ander rond een zielige wees met een hard leven, die elke voorstelling de man van haar leven vindt. Vivian krijgt het riante appartement in het gebouw van het theater van de man van tante Peg, toneelschrijver en regisseur Billy Buel, die zijn eigen leven leidt in Hollywood. Peg is op haar vrijheid gesteld en gunt dat iedereen. Ze oordeelt en veroordeelt niet. Voor de met dwang en zonder veel aandacht of liefde opgegroeide jonge Vivian is het even wennen, maar als ze eenmaal doorkrijgt dat ze vrij is te leven zoals ze wil, stort ze zich in de glamour- en klatergoudwereld van de beginjaren ’40, wanneer men in New York nog niets van de oorlog in Europa merkt. Ze heeft van haar excentrieke grootmoeder (haute couture) leren naaien en wordt de kostuumontwerpster en –naaister van het theater. Er is voor de kostuums geen budget, maar met behulp van dochter Marjorie Lowtsky van een Joods familiebedrijf in vodden, vist ze de mooiste en duurste stoffen uit de balen rotzooi, die daar opgeslagen liggen. Hilarisch is hoe het onnozele meisje Vivian zich – na haar geënsceneerde ontmaagding – elke avond samen met revuemeisje Celia in het uitgaansleven stort, tot ze zo dronken zijn en zo doorrookt (en iedere keer verleid door een of andere man), dat ze alleen nog maar de taxi het adres van het theater kunnen noemen om de weg naar hun eigen bed te vinden.

Een beroemde Engelse actrice, Edna Parker Watson, heeft een bom op haar huis in Londen gehad en logeert met haar nieuwe, veel jongere echtgenoot een tijd in het gebouw van het theater. Dan komt ineens Billy op bezoek, die net als Peg erg op Edna gesteld is. Hij stelt voor met Edna een goede voorstelling te maken in plaats van de armoedige troep die ze normaliter voor de buurt brengen. Het verblijf van Edna, haar tegenspeler, haar man en Billy, levert een prachtige voorstelling op voor heel New York, maar niet meer voor de armoedzaaiers van Hell’s Kitchen. Helaas zijn de kaarten verkeerd geschut en Vivians New Yorkse verblijf eindigt in een gigantisch schandaal. Zij keert terug naar haar ouders en glijdt bijna onbewust een ‘burgerbestaan’ in. Na een tijdje haalt tante Peg Vivian terug naar New York.

Het verhaal is vlot en goed geschreven, humoristisch en soms ironisch. De mensen van het theater leven voor lol, wat oppervlakkig klinkt en het ook is. Tegelijk weet Elizabeth Gilbert het verhaal op een dieper vlak te trekken en gaat het eigenlijk om een zoektocht naar seks, liefde, intimiteit, vriendschap en nabijheid, met als thema van de schrijfster: ‘Zoek je eigen identiteit zonder scrupules, oordelen of veroordelen en je vindt wat bij je past, ook al ziet het er soms anders uit dan je verwacht.’Dit boek doet denken aan de ouderwetse schelmenroman, een avonturenroman (meestal) over een man die via allerlei situaties avonturen beleeft en zo een beeld geeft van de tijd waarin de roman speelt. Hier is een vrouw het ‘picareske’ personage (iemand die zich schelms gedraagt). Het New York van de jaren ’40 van de vorige eeuw wordt door de ogen van de vrijgevochten Vivian sfeervol, spetterend en beeldend beschreven.

In 1942 begeeft de VS zich onder president Franklin D. Rooseveltin de Tweede Wereldoorlog. Amerikaanse mannen melden zich massaal voor het leger en er ontstaat schaarste aan bijna alles, ook aan mannen. Het theater ligt op zijn gat, maar tante Peg krijgt van de autoriteiten de dringende vraag of ze op het Brooklyn Navy Yard, in een van de 40 kantines, twee maal per dag tijdens de lunch voor de arbeiders amusement wil verzorgen. Op een terrein van 800 m2 aan gebouwen, werken 100.000 arbeiders aan oorlogsschepen en ander oorlogstuig. De toneelmensen van Peg verzorgen drie jaar lang, dag in dag uit, dagelijks twee keer een programma met amusement en informatie. Alle frivoliteiten zijn voorbij. Er wordt alleen maar hard gewerkt.
Als de oorlog voorbij is, is iedereen dodelijk vermoeid. Tante Peg zegt: ‘Na afloop van de oorlog is alles altijd anders. Ik heb het eerder meegemaakt. Als we verstandig zijn bereiden we ons allemaal voor op de nodige veranderingen.’
New York verandert, maar ook de teneur van het verhaal en het leven van elk personage, als ook dat van Vivian.

Dit hele verhaal wordt verteld aan een zekere Angela, die Vivian in 2010 een brief heeft geschreven met de vraag of Vivian in staat is te vertellen, wat zij voor Angela’s vader heeft betekend. Vivian, die inmiddels 89 jaar is, beschrijft – met een lange aanloop-  wat die vader voor háár betekend heeft. Zij doet dat in de ik-vorm in deze onderhoudende  roman die beslist een pageturner is.

Uitgeverij         De Bezige Bij, 2019
Pagina’s           528
Vertaald            uit het Engels door Hien Montijn (City of girls)
ISBN                 978 9403 158 204

Recensie door Hannah Kuipers, augustus 2019