‘Gaan liggen om te sterven’ door Adalet Ağaoğlu

Gaan liggen om te sterven is de debuutroman van de Turkse schrijfster Adalet Ağaoğlu uit 1973. Haar epos over jongeren op weg naar volwassenheid in het Turkije van de 20e eeuw groeide uit tot een klassieker en werd vorig jaar in het Nederlands vertaald door Hanneke van der Heijden.

Een winteravond in 1968. Aysel, succesvol docente aan de universiteit, loopt een hotelkamer in Ankara binnen. Ze kleedt zich uit en gaat naakt op bed liggen, wachtend op de dood. In flashbacks zien we hoe haar leven zich tot dat moment heeft voltrokken, van de afsluitende musical op de lagere school, de conflicten met haar conservatieve vader, een zwaar bevochten studie in Parijs, tot het huwelijk met Ömer en een buitenechtelijke affaire met één van haar studenten. Deze affaire met een jongen uit een ander milieu, een arbeider, heeft iets in haar losgemaakt, iets dat haar dwingt een heftige, rigoureuze beslissing te nemen.

Gaan liggen om te sterven is echter meer dan het verslag van een persoonlijke crisis. In een caleidoscopische vertelling, bestaande uit dagboekfragmenten, krantenknipsels, brieven, flashbacks en herinneringen, volgen we niet alleen het leven van Aysel, maar ook dat van haar klasgenoten van de lagere school uit het provinciestadje waar ze opgroeide. Zoals Ertürk, die naar Bursa gaat om zich voor te bereiden op een militaire loopbaan. Of Aydin, de betweterige zoon van de districtsgouverneur, die naar een elitair lyceum in Istanbul wordt gestuurd ter voorbereiding op een internationale carrière, maar uiteindelijk kiest voor de journalistiek. En Ali, de slimste van het stel, maar afkomstig uit een boerenfamilie waardoor studeren niet voor de hand ligt. De aanhoudende bemoeienis van Ali’s docent leidt ertoe dat hij naar de ambachtsschool in Ankara wordt gestuurd, waar hij echter een eenzaam bestaan leidt.

Al deze personages hebben één ding gemeen: ze proberen hun weg te vinden in een samenleving die een immense transformatie ondergaat. Rond de Eerste Wereldoorlog viel het Ottomaanse Rijk uiteen en ontstond de noodzaak de Turkse identiteit opnieuw te definiëren. De nieuwe machthebbers, Kemal Atatürk en zijn volgelingen, grepen daarbij naar het wapen van het nationalisme. De jonge republiek Turkije moest een moderne seculiere staat worden, een land met hoogopgeleide, gedisciplineerde burgers, waarin vrouwen en mannen gelijk waren, hun blik gericht op het westen. Religie werd naar de achtergrond verdrongen en moest plaatsmaken voor militaristische en nationalistische waarden.

Maar hoe word je deze nieuwe modelburger als je opgroeit in een omgeving die nog doordrenkt is van de oude normen en waarden? Hoe voldoe je aan de verwachtingen van je conservatieve ouders die je het liefst zo snel mogelijk zien trouwen, maar stel je tegelijkertijd je docenten tevreden die een grootse toekomst voor jou zien? Adalet Ağaoğlu zet treffend uiteen hoe de nationalistische doctrine doorwerkt in het leven van de opgroeiende kinderen. De musicalscène op de lagere school is wat dat betreft exemplarisch: de kinderen moeten van hun progressieve docent een polka dansen waarbij jongens en meisjes elkaar aanraken, daarbij met afgrijzen gadegeslagen door hun ouders in de zaal.

In dergelijke scènes schuilt wat mij betreft de kracht van de roman. Pijnlijk duidelijk wordt dat de van bovenaf opgelegde modernisering op microniveau in de levens van burgers tot verwarring en ontworteling leidt. Vooral vrouwen komen in een onmogelijke spagaat terecht tussen enerzijds eeuwenoude tradities en anderzijds de moderne doelstellingen van de republiek. Meer nog dan de mannelijke personages moet Aysel zich constant verantwoorden voor de keuzes die ze maakt, niet alleen tegenover anderen, ook -vooral- tegenover zichzelf.

Minder sterk vond ik de uitwerking van de personages. Ze lijken vooral te fungeren als vertegenwoordigers van verschillende bevolkingsgroepen en blijven daardoor nogal één dimensionaal. Ik slaagde er niet echt in me met één van hen te identificeren, zelfs niet met Aysel, wier exacte motivatie om in een hotelkamer te gaan liggen wachten op haar dood, lange tijd in raadselen gehuld blijft. Hoewel al snel duidelijk wordt dat er een verband moet zijn met haar buitenechtelijke affaire en een (ongewenste?) zwangerschap, blijft ze als mens van vlees en bloed op afstand.

Gelukkig wordt die afstand op het eind van het boek rechtgezet. Op de allerlaatste bladzijde neemt Aysel een besluit waarmee haar hele relaas voor mij alsnog op zijn plek viel en wel degelijk invoelbaar werd. En meer dan dat: het deed me eens te meer beseffen dat de worstelingen van vrouwen universeler én tijdlozer zijn dan we op het eerste gezicht vaak denken.

Uitgeverij      Jurgen Maas, 2019
Pagina’s       456
Vertaald        uit het Turks door Hanneke van der Heijden (Ölmeye Yatmak, 1973)
ISBN             978 9491 921 667

Recensie door Sandra Bessems, augustus 2020