Over dit boek is al ontzettend veel gezegd en geschreven. Het is een verslag waarvoor Connie Palmen in de huid is gekropen van Ted Hughes, de verguisde verrader van zijn geliefde en echtgenote Sylvia Plath. In de jaren na haar zelfmoord in 1963 verkoos hij te zwijgen en niet in te gaan op alle aantijgingen van critici, lezers en vermeende vrienden. In 1998 verschenen van zijn hand de Birthday Letters, 88 gedichten waarin hij tot in detail momenten uit hun samenzijn beschrijft, wat varieert van hoe zij er uitzag tot haar angsten, haar woede-uitbarstingen, hoe fijn ze het samen hadden en waar het mis ging. Connie Palmen heeft, naast de vele biografieën, vooral deze Birthday Letters gebruikt als basis voor Hughes’ weerwoord.
Onlangs werd Jij zegt het in de leesclub van de Vrouwenbibliotheek besproken. Ondanks drie afzeggingen (ja, december!), hebben we met z’n zessen uitvoerig gesproken over dit bijzondere boek, dat in 2016 de Libris Literatuurprijs kreeg.
Het leuke van een diverse leesgroep werd direct aan het begin duidelijk: sommigen van ons waren helemaal ingevoerd in de achtergrond van Sylvia Plath en Ted Hughes, anderen wisten, toen zij het boek gingen lezen, niets af van de levens van het schrijversechtpaar en óók niet van Connie Palmen. Verrassend, verfrissend en het maakt een gesprek minder voorspelbaar. Ter illustratie maakte een rondje de verschillen duidelijk:
– Zonder voorkennis van Ted en Sylvia kon ik mij vinden in zowel stijl als inhoud. Ik heb het achter elkaar uitgelezen en vond het erg mooi.
– In de tijd dat ik in de VS woonde heb ik Sylvia Plath leren kennen vanuit de feministische beweging. Ik vond haar een sterke vrouw, zeer getalenteerd. Ted Hughes heeft haar geholpen bij het vinden van haar eigen stem. En zoals het soms gaat in het leven: hij gaat een andere weg en zij ‘kiest’ voor het beeindigen van haar leven. Prachtig boek.
– Ik was blij met deze roman van Connie Palmen, omdat er is geschreven vanuit de optiek van Ted Hughes. Ik had Jij zegt het al eerder gelezen, vond het een sterk boek en voor deze middag heb ik de Birthday Letters er in gepast, wat tamelijk eenvoudig was, want Connie Palmen volgt ze vrijwel chronologisch. Omdat de gedichten na zoveel jaren zijn geschreven en zo gedetailleerd, wilde ik het zien als een rehabilitatie van Ted Hughes, die in deze moeizame relatie bijna voortdurend werd afgeschilderd als de boosdoener. Uit de gedichten, en nu dus ook uit de roman, blijkt hoeveel hij heeft moeten incasseren door te leven met een manipulatieve en psychisch beschadigde vrouw.
– Ik had meer moeite Connie Palmen’s schrijven, met vooral de vorm. Ik ben blanco het boek in gestapt, zonder kennis van de voorgeschiedenis van de protagonisten. De lange zinnen, de soms bombastische taal en een aantal moeilijke woorden vond ik niet plezierig.
– Ik heb dat een haat-liefde verhouding met Connie Palmen. Ik erken haar vakmanschap en waardeer de research en de zorgvuldigheid waarmee ze schrijft. Als voorbeeld: in een interview vertelt ze over de titel. Jij zegt het is afkomstig is uit de bijbel, het is de tekst van het verraad door Judas. Ik vond Jij zegt het een sterk boek, het beste en meest prettige dat ik van haar heb gelezen. Ze weet goed het innerlijke proces van Ted Hughes met al zijn overwegingen en beschouwingen te beschrijven. In een prachtige taal die de ruimte krijgt en benadrukt wordt door de korte stukken tekst. De pathetiek is me wel nogal eens te veel.
De pathetiek werd door de meeste onderschreven, “een goed gekozen woord,” en herkenbaar in meer boeken van Connie Palmen, m.n. die waar ze schrijft over haar eigen rouwprocessen, zoals in Logboek van een onbarmhartig jaar.
De heftige gevoelens die in Jij zegt het voorbij kwamen werden door de een gewaardeerd en ook het opschrijven ervan, anderen voelden zich ongemakkelijk bij het lezen ervan. Met diepe en heftige gevoelens is op zich niets mis, ook niet aan het verlangen ze aan het papier toe te vertrouwen, maar de vraag is of je ze zo nodig je lezers er mee moet lastig vallen. Feit is dat je ze niet hoeft te lezen, en het kan herkenning en ondersteuning brengen bij anderen.
Verder spraken we over het mannelijk perspectief . Niemand had er moeite mee dat Connie Palmen in de huid van een man was gekropen. Opvallend vonden we dat Sylvia Plath nergens bij haar naam wordt genoemd, maar “mijn bruid”of “mijn vrouw”. Maar dat geldt voor een groot deel ook voor Assia, die omschreven wordt als “exotische koningin van de nacht”of als “mijn Lilith”.
Duidelijk was dat Ted Hughes voor Connie Palmen een bijzonder mens moet zijn geweest. Beiden kennen een analoge ervaring: twee geliefden verloren aan de dood.
Uitgeverij Prometheus, 2015
Pagina’s 240
ISBN 978 9044 628 104
Recensie door Elsje c.s., december 2016