Een Heim is een tehuis en in de roman Heim van Caroline De Mulder is het meer specifiek Heim Hochland in Steinhöring bij München, het eerste tehuis en vlaggenschip van de vereniging Lebensborn, ofwel levensbron, die in 1935 in Berlijn door Reichsführer-SS Heinrich Himmler werd opgericht. Het ging om een kraamkliniek waar er nog vele van opgericht zouden worden, ook in Nederland. Het doel was het geboortecijfer te verhogen en uiteindelijk een zuiver Arisch ras te creëren dat in overeenstemming was met de nationaalsocialistische rassen- en gezondheidsideologie. “Ons bloed is onze religie.”
Na de Eerste Wereldoorlog was het geboortecijfer sterk teruggelopen evenals het aantal mannen. Het aantal abortussen nam daarentegen toe. Dat was het startpunt voor de Lebensborn-klinieken terwijl tegelijkertijd SS’ers zoveel mogelijk aangemoedigd werden kindertjes te maken. “Vrouwelijke ontrouw was een teken van minderwaardig bloed (…). Mannelijke ontrouw daarentegen werd door de Reichsführer zelf aangemoedigd.”
Zwangere vrouwen vonden in zo’n Heim een veilig toevluchtsoord, ver van de oorlog, waar ze in alle rust en luxe konden bevallen. De levensomstandigheden waren uitstekend evenals de medische zorg. Pasgeboren kinderen met het beste bloed ondergingen de Naamceremonie, zeg maar “nazi-doop”, die vaak door Himmler zelf werd uitgevoerd en die beschreven wordt in deze roman. Onder een swastikabanier werd een dolk boven het kind gehouden. Het werd er even mee aangetikt en zo tot Ridder van de Nieuwe Orde geslagen, terwijl er plechtige teksten werden gezegd die niet uit de Bijbel maar eerder uit Mein Kampf kwamen. Als doopgeschenk was er een kandelaar die in Dachau gemaakt was door gevangenen. Zo werden de kinderen opgenomen in de grote SS-familie.
De klinieken waren er niet alleen voor al dan niet getrouwde vrouwen van SS’ers, maar ook voor ongehuwde moeders en niet-Duitsers, mits ze over de juiste Arische kenmerken beschikten. Later zou Himmler overgaan tot het roven van kinderen, vooral uit de Oostblokgebieden en Noorwegen, omdat zijn programma niet snel genoeg verliep om zijn regimenten op peil te houden. Die kinderen werden dan ‘gegermaniseerd’. De nieuwgeborenen bleven lang niet altijd bij hun moeder en zeker niet als ze afwijkingen vertoonden. Na allerlei metingen werden die ‘geëuthanaseerd’. Er zijn ongeveer 30.000 kinderen in Lebensborn-tehuizen geboren. Het beroemdste Lebensborn-kind is waarschijnlijk zangeres Anni-Frid Lyngstad van Abba.
Het grondig gedocumenteerde verhaal van Heim wordt verteld vanuit het perspectief van drie mensen: de Franse Renée die ongehuwd zwanger is van een SS’er; Helga, eerst secretaresse, later hoofdverpleegkundige; en Marek, een Poolse jongen die uit Dachau is overgeplaatst en nu vlakbij in een concentratiekamp zit waar hij als tuinman werkt en die regelmatig aardappelschillen komt stelen uit de afvalbakken van het Heim om zich in leven te houden. In korte hoofdstukken met hun naam komen hun levens afwisselend aan bod. Het verhaal begint in 1944.
Renée is verstoten door haar familie, en haar Duitse vriend moet in dienst terwijl zij zwanger van hem is. Ze komt in Duitsland terecht, kaalgeknipt en door haar landgenoten tot moffenhoer bestempeld. Eenmaal in Heim Hochland komt ze tot rust, maar voelt zich niet thuis. Ze zal een zoon baren en tot het inzicht komen dat ze de vader van haar kind nooit meer zal zien. Soms heeft ze contact met de Poolse Marek Nowak wiens leven in een kamp in schril contrast staat met het hare.
Marek heeft in Polen een vrouw en een kind waar hij wanhopig naar verlangt. Hij is uit Dachau overgeplaatst en als hij tegen het eind van de oorlog dreigt te worden teruggeplaatst, verbergt hij zich en houdt zich in leven in onmenselijke omstandigheden. Hij zal een onverwachte rol in het leven van Renée gaan spelen.
Helga is een lieve vrouw die alles doet aan de zorg voor de moeders en kinderen in het Heim. Ze is de rechterhand van hoofdarts Ebner en ze gelooft onvoorwaardelijk in het juiste en goede van het Lebensbornproject. Als er echter een jongetje geboren wordt dat wat afwijkt van de gemiddelde baby gaat ze voor het eerst twijfelen. Ze ziet hoe het kind van de moeder wordt afgenomen en weggevoerd. Ze weet niet hoe ze de moeder moet troosten als zijn dode lichaampje niet eens aan de moeder wordt teruggegeven. Haar gedachten schrijft ze op in een dagboek waarin veel ook weer doorgehaald wordt omdat het niet aansluit bij wat ze hoort te denken.
Naarmate de oorlog vordert komen er steeds meer moeders en kinderen uit andere tehuizen naar Heim Hochland, omdat de in het nauw gedreven Duitsers Heim na Heim moeten sluiten. Als de Amerikanen steeds dichterbij komen, worden alle documenten verbrand en daarmee de herkomst van talloze kinderen. Dagenlang ligt er een asdeken over het huis, als een symbool voor de afbrandende Nazi-wereld. Helga ontvreemdt een paar tot dan zeer geheime dossiers en komt er achter wat er werkelijk gebeurde achter de schermen. Ze weet nu pas dat kinderen gestolen worden, onvolmaakte kinderen gedood worden en moeders gesteriliseerd worden. “Mein Gott, ik had geen idee. Kiezen we voor het kwade, of kiest het kwade voor ons? Was ik goed, maar stond ik aan de verkeerde kant? Denken we niet allemaal dat we aan de kant van het licht staan?”
Over Lebensborn zijn talloze publicaties verschenen. Wat bezielde de Franstalige Vlaamse schrijfster Caroline De Mulder dan om 80 jaar na de oorlog dit onderwerp te kiezen voor haar eerste roman? Wie ‘Lebensborn’ googelt zal echter ontdekken dat de meeste publicaties over dit onderwerp van latere datum zijn. Over het onderwerp werd lang niet gesproken en kwam pas vanaf de 70-er jaren weer in de belangstelling. Vrijwel alle archieven waren vernietigd, zoals we weten uit de indringende verbrandingsscene in Heim, en de Lebensbornkinderen werden zodanig gediscrimineerd dat ze liever hun mond hielden, als ze al geen zelfmoord pleegden, wat op grote schaal gebeurde.
Caroline heeft haar verhaal geplaatst in een historische omgeving waarin historische figuren een rol spelen en waarin verzonnen personen het verhaal echt maken voor de lezer van nu. Ze doet dat op bijzonder indringende wijze, in korte zinnen die bijna opsommingen zijn, maar die geen ruimte laten voor sentimentaliteit. Door haar drie hoofdpersonen laat ze drie kanten van het verhaal zien, dat daardoor aan overtuigingskracht wint. Wie in dit onderwerp geïnteresseerd is, moet deze roman lezen, want in zijn soort is het ongelooflijk goed.
Nog vermeldenswaard en heel actueel is dat hier in Nederland Angeniet Berkers, sociotherapeute en fotografe, vorig jaar haar jarenlange onderzoek gepubliceerd heeft in Lebensborn. Birth Politics of the Third Reich. Van haar werk is er nu een tentoonstelling in Kunsthal Rotterdam ter gelegenheid van de herdenking van tachtig jaar vrijheid in Nederland die tot 13 juli duurt. Er zijn foto’s, archiefstukken en zelfs meetinstrumenten, die gebruikt werden om het Arisch zijn vast te stellen, en interviews met kinderen die nu in de tachtig zijn.
Uitgeverij De Bezige Bij, 2025
Pagina’s 269
Vertaling uit het Frans door Lies Lavrijsen (La Pouponnière d’Himmler)
ISBN 978 9403 133 966
Recensie door Janny Wildemast, juni 2025