Achter in Van man tot man staat een uitgebreid nawoord van J.M. Coetzee, de bekende hedendaagse Zuid-Afrikaanse auteur. Hij bewerkte de roman waaraan Olive Schreiner in 1873 begon maar nooit afmaakte. Coetzee schrapte veel passages omdat die naar zijn oordeel saai waren en niets toevoegden en hij voegde bovendien een laatste hoofdstuk toe om een plausibel eind te bereiken. Bijzonder is dat Olive Schreiner in brieven diverse andere slothoofdstukken beschreef die in het geheel niet op het einde van Coetzee lijken.
Olive Schreiner (1855-1920) was behalve een bekend schrijfster een feministe die op de bres sprong voor sociale hervormingen. Dat leverde haar internationale bekendheid op.
Coetzee noemt Van man tot man haar opus magnum.
Rebekah en Bertie zijn kinderen van een welgestelde boerenfamilie in koloniaal, Victoriaans Zuid-Afrika. Rebekah trouwt jong met een naar het lijkt zeer lieve man, Frank, en verhuist naar Kaapstad. Zij krijgt 3 kinderen, maar het huwelijk is geen succes. Frank heeft steeds wisselende verhoudingen onder andere met hun buurvrouw, mevrouw Drummond. Rebekah heeft daar veel verdriet van, confronteert Frank ermee en geeft hem 2 opties: echtscheiding of naast elkaar leven zonder verdere betrekkingen. Frank kiest voor het laatste. In het Zuid-Afrika van die tijd zou echtscheiding voor hem een enorm gezichtsverlies zijn. Als de man van mevrouw Drummond na een verblijf van jaren in het buitenland terugkomt, worden Rebekah en hij verliefd. Dit blijft echter platonisch en hij vertrekt weer naar elders.
Het leven van Bertie is veel dramatischer. Als Rebekah trouwt, wordt een huisonderwijzer aangetrokken om haar les te geven. Op een dag verkracht hij haar en vertrekt daarna. Als Bertie later op het punt staat te trouwen met haar neef John-Ferdinand, biecht zij de verkrachting op, waarna hij weigert om met haar te trouwen.
Bertie gaat dan bij Rebekah wonen maar als ook daar haar verleden bekend wordt, vertrekt zij naar een oom en tante. Ook daar achtervolgt het verleden haar en wordt haar te kennen gegeven dat ze moet vertrekken. Een rijke Joodse diamanthandelaar, Bailey, die toevallig op bezoek is, neemt haar mee naar Londen waar zij zijn maîtresse wordt. Hij houdt veel van haar. Een neef van Bailey probeert haar te verkrachten en als dan Bailey net thuiskomt wordt zij berooid het huis uitgezet. Zij gaat terug naar Zuid-Afrika.
Dan volgt het laatste hoofdstuk geschreven door Coetzee. Dit hoofdstuk heeft een heel andere toon, temeer omdat een deel van de conversatie in het Afrikaans is geschreven. Coetzee deed dat omdat dat meestal de voertaal was. Olive Schneider heeft zelf nooit Afrikaans geleerd. Het idee van Olive was dat Bertie aan de venerische ziekte zou sterven, maar Coetzee geeft een andere wending aan de roman. Bertie leeft samen met een man in eenvoudige omstandigheden maar is erg gelukkig en wil niet meer terug naar haar zuster.
Van man tot man leest als een streekroman, maar dat doet tekort aan de onderliggende thema’s: de ondergeschikte rol van de vrouw, prostitutie, de hypocrisie van de victoriaanse tijd. Ook komen rassendiscriminatie en antisemitisme aan de orde, al wordt niet duidelijk welk standpunt Olive Schreiner bij dit laatste inneemt. Het geheel is zeer lezenswaardig en ik heb ervan genoten. De levens van de zusters worden in verschillende hoofdstukken afgewisseld en dat houdt de spanning er goed in.
Het naschrift van J.M. Coetzee geeft een mooi beeld van hoe deze roman tot stand kwam. Je kunt je natuurlijk afvragen of je als schrijver zo maar aan een roman van een ander kunt gaan zitten sleutelen, zeker als diegene daar niets meer over kan zeggen. Coetzee nam het op de koop toe, omdat hij veel bewondering had voor de literaire kwaliteit van Olive Schreiner, maar vond de roman slecht geredigeerd. Mij heeft zijn ingrijpen niet gestoord en ik vond het juist prettig dat hij niet in Olive Schreiner’s stijl heeft willen schrijven. Ook al zijn de toon, de sfeer en de taal in het laatste hoofdstuk heel anders is dan in de rest van het verhaal, het laatste hoofdstuk past heel goed, en het slot overtuigt.
Vreemd is dat nergens de oorspronkelijke titel vermeld is maar na enig zoeken op het internet blijkt dat From man to man te zijn.
Er is een Afrikaanse woordenlijst toegevoegd alsmede de vertaling van de Afrikaanse tekst in het laatste hoofdstuk. Als je die tekst hardop leest, kom je zonder vertaling ook een heel eind.
Uitgever Cossee, 2025
Pagina’s 314
Vertaling uit het Engels door Peter Bergsma en Anna Helmers-Dieleman (From man to man)
ISBN 978 9464 521 740
Recensie door Emilie Jonxis, mei 2025