Het is een eenvoudige ingreep om een klein stukje uit iemands hersens weg te snijden, waardoor de patiënt verlost wordt van angsten, wanen, depressies, woedeaanvallen e.d. Die ingreep vindt plaats onder plaatselijke verdoving terwijl de patiënt bij volledig bewustzijn blijft, daarbij geholpen door een verpleegkundige die met hem of haar blijft praten of spelletjes speelt. Dit is een wat modernere variant van lobotomie die al in de jaren zestig verboden werd. De roman Een Eenvoudige Ingreep speelt zich af rond of voor die tijd, al wordt dat niet vermeld. Tijdsaanduidingen zijn verder het nog bestaan van zusterhuizen waarin verpleegkundigen met twee personen op zestien vierkante meter gehuisvest werden, de hiërarchie in de ziekenhuizen, de negatieve houding t.o.v. homofilie en kleine details, zoals ijsbloemen op de ramen en verpleegsterskapjes.
Waarom zou je niet mogen ingrijpen in de hersens van mensen als allerlei vormen van plastische chirurgie wel algemeen aanvaard zijn? Je buitenkant mag je veranderen als die je niet bevalt, dus dan ook maar de binnenkant. Maar zo eenvoudig is het niet. In drie hoofdstukken die de namen hebben van de hoofdpersonen – Marianne, Sarah en Meret – wordt het verhaal verteld.
Meret is een bevlogen verpleegkundige die gelooft in de genoemde eenvoudige herseningrepen die uitgevoerd worden door een zelfverzekerde arts die met eerbied benaderd wordt. Zij is zijn assistente die tijdens de hersenbehandeling de patiënt bij bewustzijn houdt. Als dat al niet met praten of zingen is, dan heeft ze nog haar eigen verzameling spelletjes en voorwerpen die daarbij kunnen helpen. Een voorbeeld daarvan is het stukgelezen kinderboek dat ze altijd aan haar zusje Bibi voorlas om haar rustig te krijgen. Dat zusje is ontsnapt uit het ijzeren regime van hun ouderlijk huis waarin door de vader hard geslagen werd bij ongewenst gedrag en zwerft nu rond. Die vader kreeg nooit een ingreep in zijn hersens.
Iemand anders kreeg de ingreep wel en dat was de rijke Marianne vanwege haar woedeaanvallen. Haar gedrag werd als ongewenst gezien dor haar familie. Het is overigens geen toeval dat verreweg de meeste patiënten vrouwen of kinderen zijn, zoals dat bij lobotomie ook het geval was. Ook hieruit spreekt een wat verouderd maatschappelijk beeld waarin mannen bepaalden wat gewenst gedrag was.
Bij Marianne gaat het mis. Ze komt als een invalide zombie uit de operatie. Meret vindt dat verschrikkelijk vanwege haar opgebouwde sterke band met Marianne en merkt dat haar diep verborgen twijfel over de ingreep sterker naar boven komt. Die twijfel neemt nog meer toe door de sceptische houding van haar kamergenoot en latere partner Sarah.
Meret heeft altijd een strak gestructureerd bestaan geleid. Thuis werd alles onderdrukt wat vader kwaad kon maken. In haar beroepsleven ligt alles vast: werken, eten, slapen en je – opnieuw – onderwerpen aan het gezag. Je emoties baseren op ‘alles went’. Af en toe een bezoekje aan haar ouderlijk huis, in een speciale jurk die ze alleen als ‘dochter’ draagt. In die wereld komt Sarah, en Meret wordt verliefd op haar. Dat is al verbijsterend voor Meret, maar ze ontdekt ook dat Sarah een verslaafde ex-vriendin had die na een val voor schizofrenie behandeld werd, terwijl ze een hersenschudding had. De artsen zagen een ziekte, wilden die behandelen en deden dat tot ze eraan onderdoor ging.
Daar wordt nog een ontmoeting met een ex-patiënte van Meret aan toegevoegd die ‘genezen’ is, maar uit wie alle levenslust verdwenen lijkt te zijn en die nu als dakloze een dodelijk saai baantje heeft dat haar een slaapplaats en eten oplevert. Had ze zich werkelijk daarvoor laten opereren? Dit alles maakt Meret volkomen onzeker. Ze weet dat haar lesbische relatie maatschappelijk niet aanvaard wordt en haar rotsvaste vertrouwen in haar baas wankelt, ondanks alle gesprekken die ze, op zijn initiatief, met hem voert. Zo zeker van zichzelf is hij dus kennelijk nou ook weer niet.
Intussen ligt Marianne in een verpleeghuis waar alleen haar broer op bezoek komt. Hij rebelleerde thuis altijd door expres dingen kapot te maken, maar behandeld werd hij niet. De ouders hebben hun dochter uit hun leven gewist. Marianne sterft bijna aan een overdosis medicatie, houdt daarmee op en begint dan weer mens te worden. Met woedeaanvallen en al.
Meret krijgt te horen dat ze uit haar functie ontheven wordt, maar uit de goedheid van zijn hart wil haar baas haar wel behandelen voor haar ‘neigingen die een mens niet hoort te hebben’. Dan neemt Meret haar leven in eigen handen en vlucht weg, met Sarah en Marianne.
In korte zinnen met simpele woorden vertelt Yael Inokai dit verhaal. De sfeer is melancholiek en af en toe dreigend. Onder de oppervlakte broeit van alles. Het onderwerp lijkt verouderd, maar is dat wel zo? Welke eigenschappen zou je zelf willen laten wegsnijden? Maar word je daar een beter mens van? Gelieerd aan hersenoperaties, maar wat minder ingrijpend, is het gebruik van medicijnen. Hoeveel slikken wij niet om ons ‘beter’ te voelen? Waarom zijn de wachtlijsten van psychiaters en psychologen zo lang? Wie bepaalt wat ‘aangepast gedrag’ is? Wat doen vrouwen allemaal om door mannen geaccepteerd te worden? Wat is aanvaardbaar en leefbaar als we diep in onszelf kijken? Zoveel vragen en er zijn er nog veel meer. Dat is wat Een Eenvoudige Ingreep met je doet als lezer en dat maakt het lezen van deze roman zo de moeite waard.
Uitgeverij De Geus, 2024
Pagina’s 191
Vertaald uit het Duits door Marion Hardoar (, 2022)
ISBN 978 9044 547 214
Recensie door Janny Wildemast, april 2025