Twee ontdekkingsreizigers Johann Baptist von Spix en en Karl Friedrich Martinus reizen in de jaren 1820 door de Amazone. Zij inventariseren de flora en fauna in opdracht van de Beierse koning en komen zo ook langs de Paranahuazu rivier.
In dat gebied woont het Miranha volk. Als Spix en Martinus hen tegenkomen, worden zij onthaald en krijgen zij als “geschenk” een aantal kinderen waaronder Iñe-e en het jongetje Juri. Iñe-e heeft een speciale positie in het dorp, zij was op een keer spoorloos verdwenen in het oerwoud. Dagen later wordt zij teruggevonden met naast haar een jaguar, die de wacht houdt.
Spix en Martinus vertrekken met de kinderen naar Europa. Spix laat merken dat hij de kinderen niet mee wil nemen maar Martinus dringt aan, hoewel hij dit niet van te voren gepland heeft. De reis is verschrikkelijk en duurt 3 jaren. De kinderen zijn nog nooit op zee geweest en uit wanhoop probeert Iñe-e de jaguar op te roepen. De meegenomen dieren en de andere ontvoerde kinderen sterven onderweg. Alleen Juri en Iñe-e overleven de reis. Op 8 december 1821 komen zij aan in München en worden zij voorgesteld aan de Maximiliaan I.
De winter is voor de kinderen erg zwaar. Juri sterft en Martinus doet autopsie op zijn lichaam waarna zijn hersenloze lichaam ter aarde wordt besteld op een plek die de koningin ter beschikking heeft gesteld. Ook Iñe-e wordt ziek, hoogstwaarschijnlijk krijgt zij longontsteking. In haar doodsstrijd keert zij terug naar het oerwoud. Zij hoort haar moeder roepen en antwoordt met een brul van de jaguar.
In deze kleine roman zit een tweede verhaallijn. Josefa, een jonge vrouw uit het huidige Brazilië. Zij gaat op zoek naar documenten over deze geschiedenis. Zo komt zij veel te weten over het leven en de onderdrukking van de inheemse bevolking van Brazilië in de 19e eeuw. Josefa is een afstammeling van een van de inheemse volken en door zich te verdiepen in de geschiedenis, komt zij meer te weten over haar eigen achtergrond.
De schrijfster verbindt het verhaal van Iñe-e en Juri van lang geleden heel mooi met het huidige Brazilië van Josefa. Ook weeft zij daar de mythe van jaguar op een fraaie manier doorheen.
Micheliny Verunschk is historica, dichter en schrijfster. Zij heeft voor deze roman, waarmee ze de meest prestigieuze literatuurprijs van Brazilie (Jabuti-prijs) heeft gewonnen, veel onderzoek gedaan. Ze bestudeerde onder andere de dagboeken van Martinus en veel brieven, en ook de verhalen en tradities van de inheemse bevolking. Zo staat er achter in het boek staat een uitgebreide verwijzing naar de bouw van een meloca, een langhuis dat gebruikt werd door de inheemse bevolking.
Ik heb deze roman met plezier gelezen. Niet alleen is het een mooie compositie en is de stijl prettig, maar door het lezen heb ik veel geleerd over Brazilië van de 19 eeuw en de verschrikkingen die de Europeanen daar hebben aangericht.
Uitgeverij Marmer, 2024
Pagina’s 174
Vertaald uit het Portugees door Anne Lopez Michielsen (O som do rugido da onça)
ISBN 978 9460 687 020
Recensie door Emilie Jonxis, november 2024