Er is een tijd geweest, niet eens zo heel lang geleden, dat meneer pastoor op bezoek kwam bij katholieke echtparen die al een jaar getrouwd waren maar nog geen kinderen hadden. Werd er wel hard genoeg gewerkt aan het creëren van nageslacht? Of was er sprake van onvermogen? In dat geval wist meneer pastoor wel een oplossing. Er was nog altijd de vroedvrouwenschool -in dit geval in Heerlen: “een stalen systeem, bestierd door nonnen, de Missiezusters van het Kostbaar Bloed, en strekte zijn tentakels uit door heel Limburg.”
“Troetelkindje van de kerk was het zogenaamde Doorgangshuis dat plaats bood aan veelal jonge meisjes die in een moment van zwakte of totale verstandsverbijstering hadden toegegeven aan de verleiding des vlezes.” Kwam daar een kindje van, dan was het voor iedereen het beste als dat kindje werd afgestaan, want een ongehuwde moeder was een schande.
Zo is het ook gegaan met een tweeling die onbedoeld geboren werd, afgestaan moest worden en van elkaar gescheiden in twee heel verschillende families terecht kwam. Geleerde heren van de Raad voor de Kinderbescherming hadden uitgezocht dat “er door de kinderen zelf geen nadeel van een gescheiden plaatsing zou worden ondervonden. Men was eerder de mening toegedaan dat een speciale binding van dergelijke kinderen in de regel wordt aangekweekt, dan dat deze van nature aanwezig zou zijn.” Bovendien konden zo twee families bediend worden, maar dan moesten ze wel hun mond dicht houden.
Toen Aaf -oorspronkelijk Annet- 21 werd, was de zwijgplicht voorbij en kreeg ze te horen dat ze de helft van een twee-eiige tweeling was. Zij was terechtgekomen in een welvarend harmonieus gezin. Haar andere helft, Annemarieke -oorspronkelijk Saskia- had het minder getroffen. Zij kwam in een kil en arm gezin en bij gebrek aan een zusje, waar ze altijd naar verlangde, speelde ze dat ze de doorzetter Anne en de dromerige Marieke was. Waar Aaf haar geluk vond in een warm gezin en een mede-adoptief zusje, zocht Annemarieke het in zachte dieren en in haar man. Indrukwekkend is de beschrijving van wat het onthulde geheim teweegbracht bij de twee meisjes en hun ouders.
Het verhaal gaat verder met de zoektocht van de tweeling naar hun biologische ouders. Hun moeder blijkt zwaar getraumatiseerd te zijn door haar verleden. Ze is een hulpbehoevende en psychisch gestoorde vrouw geworden die het niet kan verkroppen dat anderen haar kinderen hebben opgevoed terwijl zij dat had willen doen. De meisjes voelen geen band met haar. De moeder werkt in geen enkel opzicht mee en keert zich af van haar kinderen. Haar tragische leven, getekend door pijn en verdriet, was niet het enige leven dat zo verliep en vooral niet in het katholieke Brabant en Limburg. Niet veel ongehuwd zwangere meisjes waren opgewassen tegen een wereld waarin anderen de beslissingen namen, die “overmacht, die combinatie van religie en schaamte, het bastion dat heel Limburg beheerste” en de totale afwezigheid van ouderlijke steun omdat wat ‘men’ dacht belangrijker was dan hun eigen kind.
Vrolijker en spannender is de zoektocht naar de vader. Hij was een Griekse gastarbeider in Nederland. Hij keerde terug naar Griekenland, waar familieleden contact met zijn voormalige geliefde voorkwamen. Als hij langdurig niets hoort, trouwt hij met een ander. Later komt de waarheid boven tafel en is hij diep geschokt. Het komt tot een ontmoeting met zijn kinderen die ontroerend is.
De cirkel is voor de tweeling nog niet rond, totdat uit onverwachte hoek ook de laatste puzzelstukjes op hun plaats worden gelegd.
Dit aangrijpende verhaal is grotendeels op waarheid gebaseerd en wordt verteld door een alleswetende verteller die van bovenaf alles overziet. Die breit het in de tijd heen en weer springende verhaal aan elkaar en levert er commentaar op. De verteller heeft het vaak over ‘wij’ waardoor de betrokkenheid van de lezer toeneemt. We duiken in ieders hoofd en leren zo de emoties van alle personen in het verhaal kennen.
Natuurlijk wordt de roman De Tweeling van Tessa de Loo tot tweemaal toe genoemd. Annemarieke las dat boek verplicht op school. Voor haar is dat een verhaal over mensen over wie beslist wordt: geen inspraak en je had maar te accepteren, met alle pijn van dien. Waar echter in de roman van Tessa de Loo de tweeling dient als middel om andere dingen duidelijk te maken, is in De Onbedoelden de tweeling het doel.
De roman kent geen hoofdstukken, maar dat is geen probleem voor het begrip. Het taalgebruik is mooi, direct en zonder enige sentimentaliteit. Blijkens interviews met Cobi Baars heeft ze geworsteld met alle toevalligheden in het waargebeurde verhaal. Dankzij haar schrijftalent is dat verhaal niet een onwaarschijnlijk sprookje geworden waarin alles goed komt. Integendeel. Het bevat een aanklacht tegen de RK Kerk, de Raad voor de Kinderbescherming, de instanties die zomaar baby’s bij hun moeders vandaan haalden en al die mensen die de mening van anderen belangrijker vonden dan hun menselijkheid. Natuurlijk moet je het verhaal in de tijd zien, ongeveer de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Natuurlijk zien wij nu dingen als verwerpelijk die indertijd uit goede bedoelingen gedaan werden. Dat neemt niet weg dat ook in onze tijd van alles speelt rond adoptiekinderen, al betreft het nu voornamelijk buitenlandse kinderen. Over wie worden er door ons beslissingen genomen? En hoeveel trekken wij ons tegenwoordig aan van de mening van anderen en passen ons daaraan aan?
In De Onbedoelden is iedereen slachtoffer en dat houdt ineens op. Leeft iedereen nu nog lang en gelukkig na de ontknoping? Dat lijkt zo en dat brengt de roman daardoor weer terug naar het niveau van het onwaarschijnlijke sprookje. Toen de roman gepubliceerd werd, was Annemarieke een jaar daarvoor gestorven. Maar ja, het verhaal was al afgesloten. Er wordt niets meer gezegd over de psychische verwerking van alle betrokkenen. Dat stoort vooral waar het de moeder van de tweeling, het grootste slachtoffer, betreft. Dat beschouw ik als een zwaarwegende tekortkoming in deze verder uitermate boeiende roman.
Uitgeverij Atlas Contact, 2023
Pagina’s 222
ISBN 978 9024 474 714
Recensie door Janny Wildemast, oktober 2024