‘Waar we over praten als we over verkrachting praten’ door Sohaila Abdulali

Dit boekje van Sohaila Abdulali, gepubliceerd in 2018, is moeilijk te categoriseren. Is het een memoir, gezien het gegeven dat Sohaila haar verhaal over haar eigen verkrachting vertelt? Of is het een verzameling van essays, omdat ze de verhalen van anderen in verbintenis brengt met weerzinwekkende feiten over verkrachting? Ze bespreekt het zelf in de introductie van haar boek, waarin ze aangeeft dat ze vooral haar eigen verhaal wil vertellen, zonder rekening te hoeven houden met kaders. Passend, denk ik, voor een boek met een onderwerp waarover al genoeg weggestreept wordt.

Sohaila Abdulali groeit op in Mumbai, India. Wanneer ze zeventien is, verhuist ze met haar familie naar Amerika. Ze keert terug naar Mumbai voor een laatste zomervakantie in India voordat haar universiteitsleven in Amerika begint. Wanneer zij ’s avonds uit is met een vriend, worden ze een berg op gedwongen door vier gewapende mannen. Hier wordt Sohaila verkracht, en ontsnappen zij en haar vriend ternauwernood aan de dood. Ondanks de traumatische ervaring, gaat ze door met haar leven, en pas 30 jaar later verdwijnt de grond onder haar voeten, wanneer een oud artikel over haar verkrachting online massaal gedeeld en gelezen wordt. Het artikel, genaamd I Fought For My Life… And Won schreef zij op haar 20e, toen Sohaila terug was in Amerika. Ze schreef haar bachelor- en masterscriptie over verkrachting, en hield zich bezig met vrijwilligersposities bij een Rape Crisis Center. Ze hield zich haar hele leven bezig met verkrachting, terwijl niemand in Amerika wist van haar eigen trauma.

Nadat het artikel wereldwijd gedeeld werd naar aanleiding van een groepsverkrachting in een bus in India, waarbij het slachtoffer overleed, wist opeens iedereen in haar leven van haar verkrachting. Omdat ze zich geroepen voelde haar verhaal te vertellen (het slachtoffer van de groepsverkrachting, Jyoti Singh, kon dat immers niet meer, vertelt ze), schreef ze een artikel dat gepubliceerd werd in de New York Times. Duizenden reacties op het artikel stroomden binnen, en de verhalen van deze mensen verwerkte Sohaila in Waar we over praten als we over verkrachting praten.
De talloze persoonlijke ervaringen van mensen verbindt Abdulila met onderwerpen die volgens haar onvoldoende aan bod komen wanneer er gesproken wordt over verkrachting. Zo benoemt ze bijvoorbeeld de tijd en energie die een mens kwijt is wanneer hij/zij/hen verkracht is. Het vertellen van de ervaring, maar ook het verwerken ervan kost mentale en fysieke energie en inzet. Hoeveel tijd is een slachtoffer met een traumatische stoornis als resultaat van een verkrachting wel niet kwijt aan de dagelijke tics die eruit voortvloeien, of de angst om op een openbaar toilet te zitten, een bus in te stappen of uit te gaan? Hoeveel tijd en energie is iemand wel niet kwijt aan gedachtes, dromen of nachtmerries, waardoor de dagelijkse bezigheden ook zwaarder worden?  En zelfs in het vertellen van iemands verhaal, beargumenteert ze, is die persoon tijd en energie kwijt aan het vertellen van een versie van het verhaal die hanteerbaar is. Een versie die schoon genoeg is, die intimiteit afwijst en behapbaar is voor een ander, zonder dat het die persoon shockeert.

Sohaila Abdulila maakt gebruik van de pagina’s die ze heeft om zowel de grote als de kleine verhalen aan het licht te brengen. Om anderen een stem te geven, wanneer deze eerder niet te vinden was. Ze verbindt geen meningen aan de verhalen. In plaats daarvan ondersteunt zij de ervaringen met feiten en voorbeelden. Ze kaart het belang van seksuele educatie aan, net als het belang van verantwoordelijkheid erkennen, de rol van de dader, en hoe cultuur een enorme rol speelt in de bespreekbaarheid van verkrachtingen.
Vanwege de vele wisselingen tussen ervaringen en feiten is niet elk hoofdstuk even gestructureerd. Het leest af en toe wat chaotisch, alsof ze niet helemaal weet waar ze eerst op wilt focussen. Ze heeft namelijk veel te vertellen, en terecht. Waar we over praten als we over verkrachting praten is een ontzettend krachtig, waardevol boek dat lezers probeert bij te leren over de thema’s die juist besproken moeten worden. Hoe kan je het beste reageren wanneer iemand jou iets vertelt over een ervaring met verkrachting, en hoe kan conversatie de kern zijn van het wegnemen van het taboe.

“Why do we keep quiet? The easy answer is shame, and often that is the reason. We think it’s our fault for being available or vulnerable or clueless. All over the world, we blame ourselves, quite unable to take on board that another human being committed the crime. It’s easier to feel ashamed than to accept that someone violated us in the most viciously intimate way and we couldn’t do anything about it.”

Uitgeverij      Atlas Contact, 2019
Pagina’s        248
Vertaald         uit het Engels vertaald door Henny Corver  (What we talk about when we talk about rape)
ISBN              978 9045 039 190

Recensie door Laurien Schonewille, augustus 2024