‘Een eiland’ door Karen Jennings

Het eerste wat opvalt als je Een eiland in handen neemt, is de prachtige omslag met een groen eiland in de vorm van een gezicht en profiel. Het blijkt wonderwel te passen bij de inhoud van het verhaal. Samuel is de enige bewoner, hij is er de ‘alleenheerser’.

Karen Jennings beschrijft 4 dagen uit het leven van Samuel op het eiland. Hij is inmiddels 77 jaar en via zijn herinneringen maak je kennis met zijn vroegere leven. Nergens worden namen van landen of politici genoemd, er zijn geen jaartallen en historische gebeurtenissen worden niet met harde feiten onderbouwd. Karen Jennings schrijft dus een fantasieverhaal over een fantasieland. Dat dit land haar geboorteland Zuid-Afrika moet voorstellen, is daarentegen wel duidelijk.

Het leven van Samuel was moeilijk, vol onrecht, corruptie en geweld. Een paar weken nadat zijn vriendin Meria bevallen is van hun kind doet Samuel mee met een politieke actie en belandt voor tientallen jaren in de gevangenis. Daar gedraagt hij zich lafhartig. Hij zegt over zichzelf: “Ik heb iedereen verraden die ik ken, en velen die ik niet ken.” Hij heeft ook Meria verraden. Als hij eindelijk ontslagen wordt uit de gevangenis bezorgt zijn zus Mary Martha hem de baan van vuurtorenwachter op het eiland.

Op de eerste dag van het verhaal is er een lichaam aangespoeld op het strand. Als blijkt dat er toch nog leven in zit, haalt Samuel de man met de kruiwagen op en brengt hem naar zijn huisje. Daar knapt de vreemdeling na wat eten en drinken wonderbaarlijk snel op en er ontstaat tussen Samuel en de man een relatie van haat en compassie, egoïsme en medemenselijkheid. De vreemdeling spreekt een taal die Samuel niet kan verstaan en dat maakt de communicatie uiterst moeizaam. Als lezer kom je ook niets van de gedachten van de vreemdeling te weten. Ik vind het een prachtige metafoor. Alle gedachten en reacties van Samuel op de vreemdeling zijn echt helemaal van hem, Samuel blijft de ‘alleenheerser’. Karen Jennings weet je prachtig mee te nemen in zijn wereld, in zijn medeleven en wantrouwen. Ze doet dit door de gebeurtenissen uit zijn vroegere leven passend te vertellen, waardoor je beter begrijpt hoe hij tot sommige gedachten komt. Het wantrouwen van Samuel voor de vreemdeling wordt groter en groter. De man is jong en sterk. Wil hij Samuel doden en het eiland, zijn huis, zijn vuurtoren overnemen? Is het zijn land, zijn huis? Mag hij dat denken? Op dag vier doodt Samuel in een vlaag van woede de vreemdeling. Een somber einde dus.

In het verhaal wordt niet over huidskleur gesproken. Stel dat Samuel zwart is. Dan behoort hij tot de oorspronkelijke bevolking van het land. Nieuwkomers hebben zich dan zijn land toegeëigend. Nu hij alleenheerser over het eiland is, heeft hij de nieuwkomer vernietigd, dus overwonnen. Niet somber dus?! Weer dat dubbelspel van Karen Jennings.

Het is echt heel knap hoe dit verhaal met zijn vele metaforen, de heen en weer gebeurtenissen je eigen fantasie weet te prikkelen. Maar het verhaal is ook bedoeld als een grote aanklacht tegen de politiek, de machthebbers, de instituties van Zuid-Afrika. En het heeft als droevige conclusie dat de mens zelf zwak is, zeker zodra het moeilijk wordt.

Dat er in dit fantasieland niet over huidskleur gesproken wordt, is dan weer heel positief en opwekkend. Laten we hopen dat het ooit zover komt dat het op aarde niet meer van belang is welke huidskleur je hebt.

De vertaling van Peter Bergsma is prima.

Uitgeverij     Cossee, 2023
Pagina’s       205
Vertaald       uit het Engels door Peter Bergsma (An island)
ISBN            978 9464 520 705

Recensie door Vera Berendsen, mei 2023