Recensies

‘Het lied van ooievaar en dromedaris’ door Anjet Daanje

Anjet Daanje (1965) schreef sinds 1993 zonder al te veel gedruis een indrukwekkend oeuvre bij elkaar. Met name haar laatste twee romans, De herinnerde soldaat en Het lied van ooievaar en dromedaris, zijn een groot succes. Ze vormen daarin een aangenaam contrast met andere hedendaagse spierballenschrijvers

Het lied van ooievaar en dromedaris is ook een krachtige roman. Een prachtig vormgegeven pil met een rijke en veel omspannende inhoud. Het lied bevat elf coupletten, elf verhalen die samen een periode van twee eeuwen omspannen.
De draad die de verhalen bij elkaar houdt is het roerige leven na de dood van Eliza May Drayden, een fictieve schrijfster in een dorpje in Yorkshire. Ieder verhaal is verbonden met dat leven, in verschillende mate, en steeds verderop in de tijd. Het eerste verhaal vertelt over Susan Knowles-Chester, een tijd- en dorpsgenote die Eliza May aflegt na haar dood. De elfde is Ties Auwerda, een Groningse klokkenmaker die leeft in onze tijd. (Alleen de laatste twee hoofdpersonen zijn mannen). Ieder verhaal is een universum op zichzelf. Iedere keer weer word je in zo’n verhaal meegezogen.
Voor ieder verhaal is er een opmaat: artikelen met secundaire literatuur over Eliza May Drayden en een fragment uit het zogenaamde Chambers-boekje in de vorm van een gedicht. Dat boekje is het enige overgeleverde manuscript van Eliza May, al is ook daarvan de afkomst omstreden. De fragmenten geven een indruk van de receptiegeschiedenis van haar werk, die zich in verloop van tijd breed en levendig ontwikkelt.

Het is zonneklaar dat Emily Bröntes leven en werk een inspiratiebron zijn geweest voor dit lied. Anjet Daanje zegt dat ook in de introductie van haar roman. Het is niet zomaar een inspiratie, de schrijfster is duidelijk doordesemd van haar werk. Maar niet alleen van dát werk, ook van de 19e eeuwse literatuur, van de hele literatuurgeschiedenis. Tijdens het lezen is onmiskenbaar dat de schrijfster een gretige lezer is; lezen en schrijven zijn met elkaar verweven in één beweging. Dat maakt het lezen een duizelingwekkende ervaring, alle zintuigen worden aangesproken. Ieder verhaal zit barstensvol personen (Anjet Daanje spreekt zelf over 150) en details. Soms lees je een zin waarvan je denkt: die las ik in het vorige verhaal ook. Soms wordt er iemand genoemd die in een eerder verhaal al de revue passeerde. De tekstfragmenten tussen de verhalen hebben ook een rijke inhoud, maar ze bieden tevens een adempauze en zetten de toon voor een volgend verhaal.

Ik had het over elf verhalen, die op ook op zichzelf kunnen staan; ik had het over tekstfragmenten en gedichten, maar ik heb het vooral over verwevenheid. Ik noemde personen en zinnen die terugkomen, maar er zijn talloze draadjes die door de tekst lopen. Letterlijk soms; steeds weer duiken braamstruiken op in het verhaal. En iedere keer weer dikke blauwe zoemende vliegen. Na een tijdje kun je soms denken: nou is het wel mooi met die vliegen. Maar nee, ze horen erbij, zijn steeds een verbinding met De Dood. Ik noem die niet voor niets met hoofdletters. De Dood is een belangrijk personage in dit lied.

Ten tijde van het lezen van dit boek zag ik weefwerk van Anni Albers, een belangrijke Bauhaus-kunstenares uit begin 20e eeuw. Zij beschouwde haar weefsels als een overbrenger van betekenis in een woordeloze taal. (Het Latijnse woord textus is afkomstig van het werkwoord texere, weven.) Anni Albers legde geïnspireerd door precolumbiaanse weeftechnieken een extra laag op het raster van het grondweefsel. Zij schilderde en schreef met draad op doek. Het deed me denken aan het weefwerk van Anjet Daanje in haar lied van ooievaar en dromedaris. Het zingt van diepe verbondenheid en overgave tussen mensen (zussen, vriendinnen, partners) door de tijd heen. En het zingt van ongelijktijdige tijdelijkheid.

De verwevenheid met het werk van Emily Brönte laat je regelmatig denken: hoe zat dit ook alweer, moet ik dat niet opzoeken of herlezen? Ik vroeg me af: kan dit in de 21e eeuw op zichzelf staan, zonder al die kennis? Anjet Daanje zegt ergens in een interview: “Als je het niet echt begrijpt, kun je er van alles in zien”. Die gedachte past bij dit boek. Het deed me denken aan de film Everything Everywhere All at Once (Kwan en Scheinert, 2022), waarin vele werelden en universa allemaal tegelijk naast elkaar bewegen. “Het zou best kunnen dat tijd anders werkt dan wij denken”, zegt Anjet Daanje in datzelfde interview. Het lied van ooievaar en dromedaris laat het mij als lezer ervaren.

Vanwege het grote succes wordt er nu gewerkt aan een Engelse vertaling. De roman is zo duidelijk geïnspireerd door de Engelstalige literatuurgeschiedenis, dat het mooi is dat het wordt teruggebracht naar het taalgebied waarin het is geworteld. Daarmee wordt het ook toegankelijker voor een groter lezersbestand.

Op de uitstekend verzorgde website van Anjet Daanje is veel informatie over haar en haar werk te vinden, waaronder recensies van dit laatste boek: https://www.anjetdaanje.nl/recensies447.html

Uitgeverij     Passage, 2022
Pagina’s       650
ISBN            978 9054 524 106

Recensie door Ine van Emmerik, maart 2023

Share

3 Comments

  • Wat leuk gevonden Ine, van Anni Albers, wij bezochten n tentoonstelling in Nunspeet, ik was dat al n beetje vergeten. Toen ik ooievaar en dromedaris las, dacht ik ook aan weven, verweven. Alles zit zo kunstig in elkaar
    Dank je, t bezoek aan Nunspeet was heel leuk, met mooie gedichten overal.
    Groet van Janine Van Bragt

  • Geef een reactie

    Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

    Powered by: Wordpress
    Geverifieerd door MonsterInsights