Recensies

‘De Biecht’ van Marianne Philips

Toen ik (begin zestiger jaren) een jaar of twintig was kreeg ik van mijn toenmalige bibliofiele echtgenoot het boek De Biecht van Marianne Philips. Het was van 1930, maar niet ouderwets. Ik was verrukt van de stijl, van de sociale betrokkenheid waarmee de schrijfster het verhaal over de grote armoede en de grote gezinnen had doorspekt. Ook was ik opgetogen over haar mededogen met de in een ‘gekkenhuis’ opgenomen patiënte, die hardop haar leven vertelt tegen de nachtzuster die niets terugzegt en de treurige situatie van ‘gekken’ in het algemeen. De misdaad van de hoofdpersoon vond ik begrijpelijk.

Marianne Philips werd een van mijn favoriete schrijfsters. Ik leende het boek uit en kreeg het nimmer terug. In 1979 werd het herdrukt en ik kocht het opnieuw. Inmiddels was het maatschappelijk leven in Nederland ten goede veranderd. De wederopbouw na de Tweede wereldoorlog bracht een zekere welvaart en de grootste armoede verdween. Ouderen kregen AOW en vrouwen werden eindelijk wettelijk handelingsbekwaam geacht. Het feminisme was een (vrolijke) revolutie in ons bestaan. De anti-psychiatrie van o.a. Laing en Foudraine deed zijn intrede en de inrichtingen voor psychiatrische patiënten werden humaner. Ik las De Biechtweer met interesse en bleef het een mooi boek vinden, vooral door de vorm van de monoloog en het inzicht in de psyche van de vertellende patiënte die in verwarde toestand was opgenomen nadat ze een moord had gepleegd. Eind jaren ’70  herkende ik haar gevoelens over haar kinderloosheid meer dan in de jaren ’60. Evenals haar kwetsuren over de afwijzende manier waarop in de jaren’30 daarover in de maatschappij en haar directe sociale omgeving werd gedacht. Een vrouw zonder kinderen was onwaardig, geen echte vrouw, niet in staat haar man te geven waar hij recht op had. Die opvattingen waren in 1979 zeker niet verdwenen. Ik zelf had regelmatig last van opdringerige vragen en misprijzen als ik vertelde dat ik geen kinderen had. Ik herkende en begreep haar pijn.

Dit jaar heeft uitgeverij Cossee De Biecht opnieuw uitgegeven. Cossee brengt daarmee een goed verhaal terug in de aandacht van de lezer van 2019. Ik las het boek voor de derde maal. Het boeide me nog steeds. De spannende en treffende beschrijvingen van de achtergrond van de patiënte, die een oudste dochter is in een gezin met tien kinderen, van de bittere armoede, de dominante en veroordelende vader die vanuit zijn ziekbed het gezin tiranniseert en de moeder die alsmaar zwanger is en uitgewoond raakt.
De oudste dochter is leergierig, maar moet na de lagere school in het gezin helpen en moet zelfs ’s nachts het jongste kind, baby Lientje, uit bed halen, verschonen, verzorgen en troosten, terwijl ze haar jeugd voorbij voelt gaan. Later werkt ze op een naaiatelier en treft een man die haar als maintenee (het woord wordt niet genoemd!) nieuw perspectief in haar leven geeft, in de vorm van geld en goede kleding. Hij bezorgt haar een baan als verkoopster. Zo vindt ze een manier om de armoede en de uitzichtloosheid te ontstijgen. Haar volwassen leven heeft zijn ups en downs zoals elk leven, maar sommige downs blijken met zo’n achtergrond niet te overkomen.

Haar neergang is dramatisch en met mijn ogen van nu, soms randje pathetisch.
Toch is De Biecht nog steeds de moeite waard, vanwege de ijzersterke opbouw, het historisch perspectief, begrijpelijk ook in 2019, de psychische juistheid van het karakter en de duidelijke beschrijvingen van de sociale omgeving. In de jaarvergadering 1951 van de Maatschappij der Nederlandsche Letteren werd ze herdacht: ‘In Marianne Philips verloor ons land een romanschrijfster, die zonder tot de grootsten te behoren, desniettemin bijzonder wist te boeien door haar warme mensenliefde en scherpe opmerkingsgave…’

Judith Belinfante (geboren 1943, historica en politica) schreef een nawoord. Marianne Philips was haar grootmoeder. Daaruit blijkt dat zowel haar debuut, De Wonderbaarlijk genezing als De Biecht deels autobiografisch waren. Hoewel opgegroeid in een gegoede koopmansfamilie, kwam het gezin in armoede terecht, toen eerst vader stierf, waardoor zijn zaak verliep, en later moeder, in het kraambed. Marianne Philips kreeg de zorg voor het gezin, ging niet naar de middelbare school en werd naaister in een atelier. Door eigen kracht leerde ze talen en kreeg ze een baan bij een goede firma. Ze sloot zich aan bij de SDAPen werd lid van een vakbond. Ze had drie kinderen. Bij de geboorte van haar oudste dochter lag ze – in 1913- zes maanden in de Valeriuskliniek (een psychiatrisch ziekenhuis) in Amsterdam met een kraambedpsychose. Na de invoering van het Algemeen Kiesrecht voor vrouwen in 1919 (100 jaar geleden!) werd ze in Bussum gekozen tot een van de eerste vrouwelijke gemeenteraadsleden van Nederland. Ze werd fysiek ziek, maar artsen dachten dat het psychisch was. Ze ging drie jaar (van 1927 tot 1931) in analyse bij de humane psychiater dr. J.H. van de Hoop en met hem ontrafelde ze haar “psychische herhalingspatronen, onbewuste gedachten en gevoelens zoals angst, schaamte, schuld en onzekerheid”’  Haar psychiater stimuleerde haar te gaan schrijven.

In 1927 was ze weer gemeenteraadslid. Tot 1940 schreef ze zes boeken, waaronder De Biecht, en enkele novellen. Haar boeken werden gewaardeerd en bekritiseerd:Jan Greshoff in 1935: “Wat wij in dit boek bovenal waardeeren is de volmaakte eerlijkheid, waarmee Marianne Philips ons, naast hare gaven, ook haar fouten en tekortkomingen voorlegt.” Omdat ze Joods was, mocht ze na 1940 niet meer publiceren. Ze dook onder, overleefde de oorlog, maar kwam de oorlog uit met een ongeneeslijke ziekte. Ze werd bedlegerig, maar bleef schrijven. Ze dicteerde elke dag urenlang haar schrijfwerk en haar vertalingen. Zij stierf in 1951. Een opmerkelijk schrijfster, met een bijzonder moeilijk, maar boeiend leven. Wie meer over het leven van Marianne Philips wil lezen download gratis van de site van de www.joodsebibliotheek.nl de  korte (111 pagina’s) biografie uit 1998:  Tijdloze ogenblikken door Martje Breedt Bruyn.

Uitgeverij         Cossee, 2019
Pagina’s            221
Nawoord          Judith Belinfante (kleindochter)
ISBN                 978 9059 368 422

Recensie door Hannah Kuipers, juli 2019

 

Share

2 Comments

  • Geef een reactie

    Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

    Powered by: Wordpress
    Geverifieerd door MonsterInsights