Recensies

‘Andreas Burnier: Metselaar van de wereld’ door Elisabeth Lockhorn

Elisabeth Lockhorn beschrijft het veelbewogen leven van Andreas Burnier, pseudoniem van Irma Dessaur, later Ronnie Dessaur. En om met de deur in huis te vallen, ze doet dat heel goed! Maar daar over later meer.

Het eerste gedeelte van het boek is werkelijk heel indringend. Het vertelt de geschiedenis van haar Joodse familie en hun omstandigheden voor de oorlog in Scheveningen, om daarna over te gaan op de naziterreur en vervolging na 1940. Irma, dan Ronnie, verblijft op 16 onderduikadressen en is soms in haar eentje (11 jaar oud!) op de vlucht. Treffend wordt het leed beschreven dat haar familie wordt aangedaan: de trauma’s door het kamp en onderduik.

Haar grootouders van beide kanten overleefden de onderduik en met hen woont ze na de oorlog samen in wat ze later in haar boeken een ‘tehuis voor onbehuisden’ of een ‘gekkenhuis‘ noemt. In die periode zwerft ze in een soort tweedehands soldatenplunje door Scheveningen een omstreken.
Ze keert terug naar school en dankzij haar buitengewone intelligentie weet ze binnen de kortste keren haar middelbare school-diploma te halen en gaat ze studeren in Amsterdam. Daar gaat ze meer experimenteren met haar ‘jongensidentiteit’. Ze komt in contact met wat later de vijftigers zullen gaan heten: Lucebert, Remco Campert, Bert Schierbeek enz. Ze verblijft, net als zij, veel in Parijs , in gezelschap van haar vriend Jan Cost Budde. Al deze mensen zullen onder pseudoniem een rol spelen in haar boeken.

In Amsterdam komt ze in contact met uitgever Emmanuel Zeylmans van Emmichoven, van huis uit antroposoof en verbonden aan Castrum Perigrini. Ze trouwt met hem, krijgt een zoon, later ook een dochter, maar voor huishouden en moederschap blijkt ze niet veel talent te hebben.

Na haar scheiding gaat ze weer studeren. Uiteindelijk resulteert dit in een hoogleraarschap Criminologie in Nijmegen. Ze stelt zich strijdbaar op. Haar boek ‘Een tevreden lach’ wordt wel gezien als een eerste aanzet tot de tweede feministische golf. Later mengt ze zich in het euthanasiedebat: ze is fel tegen.

Andreas Burnier: Metselaar van de wereld is goed, helder, nauwkeurig en prettig geschreven. Geregeld geeft de schrijfster een ‘geheugensteuntje’, een kleine informatieve herhaling, zodat je de draad niet kwijt raakt en weet over wie of wat het gaat. Het boek is rijk van inhoud, een complexe persoonlijkheid wordt beschreven in een roerig tijdsgewricht: de geschiedenis van de Jodenvervolging, van de vrouwenemancipatie, de maatschappelijke en culturele ontwikkelingen tijdens en na de Tweede Wereldoorlog.

Het meest interessant is m.i. haar persoonlijke weg, hoe ze vervolging en onderduik heeft doorstaan en wat het trauma met haar gedaan heeft: hoe ze overleefd heeft door zich op het werk te storten en mogelijk een en ander herhaald heeft door haar kinderen in een pleeggezin onder te brengen.
En dan de inzichten die ze verworven heeft: in de eerste plaats het uitkomen voor en het “er mogen zijn” van haar jongensidentiteit. Als tweede haar op zoek zijn: van logisch positivist, iemand die de wereld uitsluitend rationeel benadert, tot Jung-adept, van antroposofie tot uiteindelijk haar thuiskomst in het Liberale Jodendom. Kortom, ze ontwikkelde het inzicht dat het leven een leerschool is, en dat de mens in staat is tot bewustzijnsontwikkeling. Een vriendin noemde haar derhalve ‘metselaar van de wereld’. Het werd de ondertitel van haar biografie.

Voor mij is dit boek een reden om het werk van Andreas Burnier te gaan herlezen! Boeken van Andreas Burnier die sterk autobiografisch zijn: Een tevreden lach, Het Jongensuur en De literaire salon.

Uitgeverij         Atlas Contact, 2015
Pagina’s           480
ISBN                 978 9045028 644

Recensie door Pien van Leeuwen, januari 2016

image_pdfimage_print
Share

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Powered by: Wordpress
Geverifieerd door MonsterInsights